In deze zaak heeft de kinderrechter op 3 maart 2020 uitspraak gedaan over de verlenging van de ondertoezichtstelling van vier kinderen, [naam kind 1], [naam kind 2], [naam kind 3] en [naam kind 4]. De ondertoezichtstelling was oorspronkelijk ingesteld bij beschikking van 18 maart 2019 en liep tot 18 maart 2020. De William Schrikker Stichting Jeugdbescherming & Jeugdreclassering, als gecertificeerde instelling, heeft verzocht om verlenging van de ondertoezichtstelling voor een periode van één jaar. De ouders van de kinderen hebben aangegeven het eens te zijn met het verzoek, maar zijn niet verschenen op de zitting vanwege oppasproblemen voor de kinderen.
De kinderrechter heeft vastgesteld dat er ernstige zorgen zijn over de ontwikkeling van de kinderen, die getuige zijn geweest van relatieproblematiek en huiselijk geweld tussen de ouders. Beide ouders kampen met persoonlijke en financiële problemen, en de kinderen vertonen ontwikkelingsachterstanden en hebben vermoedens van Autisme Spectrum Stoornis (ASS) en andere gezondheidsproblemen. De ouders erkennen de problematiek ten dele, maar zijn ambivalent ten aanzien van de hulpverlening, wat de effectiviteit van de vrijwillige hulpverlening in gevaar brengt.
Op basis van de overgelegde stukken en de ernst van de situatie heeft de kinderrechter geoordeeld dat het noodzakelijk is om de ondertoezichtstelling te verlengen, zodat een onafhankelijke derde, in de persoon van een jeugdbeschermer, kan toezien op de ontwikkeling van de kinderen en de juiste hulpverlening kan worden ingezet. De kinderrechter heeft de ondertoezichtstelling verlengd tot 18 maart 2021 en verklaarde de beschikking uitvoerbaar bij voorraad. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid voor hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.