ECLI:NL:RBROT:2020:2559
Rechtbank Rotterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Voortzetting van crisismaatregel op grond van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz) voor betrokkene met dissociatieve identiteitsstoornis
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 23 maart 2020 een beschikking gegeven inzake de voortzetting van een crisismaatregel op verzoek van de officier van justitie. Betrokkene, die recentelijk de diagnose Dissociatieve identiteitsstoornis heeft gekregen, vertoont ernstig suïcidal gedrag en heeft geen grip meer op haar leven. De rechtbank heeft vastgesteld dat de ambulante behandeling momenteel niet mogelijk is door de coronacrisis en dat de risico's te groot zijn om betrokkene thuis te laten. De officier van justitie heeft op 18 maart 2020 verzocht om voortzetting van de crisismaatregel die op 17 maart 2020 was opgelegd. Tijdens de mondelinge behandeling op 23 maart 2020, die telefonisch plaatsvond, zijn verschillende betrokkenen gehoord, waaronder de psychiater en de arts van GGZ Delfland. De rechtbank heeft geconcludeerd dat er sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel en dat de voorgestelde verplichte zorg noodzakelijk is om de veiligheid van betrokkene te waarborgen. De rechtbank verleent een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel voor een periode van drie weken, tot en met 13 april 2020.