ECLI:NL:RBROT:2020:2562
Rechtbank Rotterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Machtiging tot voortzetting van de inbewaringstelling op grond van de Wet zorg en dwang
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 23 maart 2020 een beschikking gegeven met betrekking tot de voortzetting van de inbewaringstelling van een cliënt op verzoek van het CIZ. De rechtbank oordeelde dat de cliënt, die verblijft in verpleeghuis Rijckehove te Capelle aan den IJssel, een onmiddellijk dreigend ernstig nadeel veroorzaakte voor de algemene veiligheid van personen en goederen. Dit werd onderbouwd door het gedrag van de cliënt, dat gekenmerkt werd door forse agitatie en agressie wanneer hij zijn zin niet kreeg. De thuissituatie was niet meer veilig, wat leidde tot de noodzaak van een machtiging tot voortzetting van de inbewaringstelling.
De procedure begon met een verzoekschrift van het CIZ, dat op 19 maart 2020 was ingediend. De mondelinge behandeling vond plaats op 23 maart 2020, waarbij de zitting telefonisch werd gehouden vanwege de coronacrisis. De rechtbank stelde vast dat de cliënt niet in staat was om de zitting bij te wonen, maar zijn advocaat had geen bezwaar tegen het doorgaan van de zitting zonder de cliënt.
De rechtbank concludeerde dat er sprake was van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, waardoor een rechterlijke machtiging niet kon worden afgewacht. De burgemeester had op 18 maart 2020 een last tot inbewaringstelling afgegeven, en de rechtbank oordeelde dat de voortzetting van de inbewaringstelling noodzakelijk was om het gevaar voor de algemene veiligheid te voorkomen. De machtiging geldt tot en met 4 mei 2020.