Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1..De procedure
- verzoekster;
- de heer [naam 1] , werkzaam bij Equalis Bewindvoering B.V. (schuldhulpverlening);
- mevrouw [naam 2] en mevrouw [naam 3] , werkzaam bij Stichting Veritas, (beschermingsbewindvoerder).
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 26 februari 2020 uitspraak gedaan in een verzoek tot toekenning van een dwangakkoord. Verzoekster, die onder beschermingsbewind staat, heeft een schuldregeling aangeboden aan haar schuldeisers, waarbij drie van de vier schuldeisers instemden met het aanbod. Eén schuldeiser weigerde echter in te stemmen, ondanks dat deze behoorlijk was opgeroepen voor de zitting. De rechtbank heeft de belangen van verzoekster, die haar schuldenproblematiek vanuit een stabiele situatie wil oplossen, afgewogen tegen de belangen van de weigerende schuldeiser. De rechtbank oordeelde dat de belangen van verzoekster en de instemmende schuldeisers zwaarder wegen dan die van de weigerende schuldeiser, die slechts 10,20% van de totale schuldenlast vertegenwoordigt. De rechtbank heeft het verzoek om de weigerende schuldeiser te bevelen in te stemmen met de schuldregeling toegewezen en de kosten van de procedure op nihil vastgesteld, aangezien verzoekster niet bijgestaan werd door een advocaat. Tevens is het verzoek tot toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling afgewezen, omdat de rechtbank van oordeel was dat de aangeboden regeling een gunstiger resultaat zou opleveren voor de schuldeisers. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad en kan binnen acht dagen na uitspraak in hoger beroep worden aangevochten.