Op 26 maart 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de strafzaak tegen de verdachte, die zich schuldig heeft gemaakt aan het bezit van twee pistolen met bijbehorende munitie en patroonhouders. De rechtbank oordeelt dat het bezit van vuurwapens, munitie en patroonhouders zwaar bestraft dient te worden, gezien de ernstige gevolgen en maatschappelijke onrust die dit met zich meebrengt. De verdachte heeft op 3 februari 2020 in Vlaardingen een vuurwapen van het merk Peg, type R78, kaliber 7.65mm en een vuurwapen van het merk Cz, type P-07, kaliber 9mm in zijn bezit gehad, evenals 49 kogelpatronen van verschillende types. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte bekend is met de tenlastelegging en dat er geen feiten of omstandigheden zijn die de strafbaarheid van de verdachte uitsluiten. De officier van justitie heeft een gevangenisstraf van 12 maanden geëist, waarvan 3 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar. De rechtbank heeft deze eis overgenomen, maar heeft ook rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, die niet eerder is veroordeeld. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 12 maanden, waarvan 3 maanden voorwaardelijk, en heeft een proeftijd van 2 jaar verbonden aan deze voorwaardelijke straf. De tijd die de verdachte in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, wordt in mindering gebracht op de opgelegde straf.