Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het onder 1 primair en 2 ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 270 dagen met aftrek van voorarrest, waarvan 85 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar en als bijzondere voorwaarden een meldplicht, het volgen van een COVA-training, een ambulante behandelverplichting en een alcoholverbod;
- oplegging van de maatregel van artikel 38v van het Wetboek van Strafrecht (Sr), inhoudende een contactverbod met de heer [naam aangever] en een locatieverbod voor [naam straat] te Papendrecht;
- dadelijke uitvoerbaarheid van de maatregel ex artikel 38v Sr en bepaling van een vervangende hechtenis van 2 weken voor elke keer dat door hem niet aan de maatregel wordt voldaan;
- niet ontvankelijkverklaring van de officier van justitie in de tenuitvoerlegging van het voorwaardelijk opgelegde strafdeel in de zaak met parketnummer 10/064510-15.
4.Waardering van het bewijs
en
”.
5.Strafbaarheid feiten
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering straf en maatregel
8.Vordering benadeelde partij / schadevergoedingsmaatregel
9.Vordering tenuitvoerlegging
10.Toepasselijke wettelijke voorschriften
11.Bijlagen
12.Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 270 (tweehonderd-zeventig) dagen;
groot 85 (vijfentachtig) dagenniet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
2 (twee) jaar;
maatregel strekkende tot beperking van de vrijheid voor de
€ 4.191,21 (zegge: vierduizendhonderéénennegentig euro en éénentwintig eurocent), bestaande uit € 191,21 aan materiële schade en € 4.000,00 aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 4 november 2018 tot aan de dag der algehele voldoening;
maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij [naam benadeelde] te betalen
€ 4.191,21(hoofdsom,
zegge: vierduizendhonderéénennegentig euro en éénentwintig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 4 november 2018 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van € 4.191,21 niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
50 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;