Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het onder 1 en 2 ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een taakstraf van 240 uren, subsidiair 120 dagen hechtenis, met aftrek van voorarrest;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 2 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar.
4.Waardering van het bewijs
Bewijswaardering feit 1
,geld dat toebehoorde aan [naam slachtoffer 1] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en zijn mededader zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft door middel
5.Strafbaarheid feiten
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering straffen
8.Vorderingen benadeelde partij / schadevergoedingsmaatregelen
- kozijn keukenraam € 378,00;
- tuinmeubel € 1.064,00;
- vouwgordijn € 198,00;
- sloten vervangen € 551,00;
- Jill Sander luchtje € 80,00;
- contant geld € 200,00.
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Bijlagen
11.Beslissing
216 (tweehonderdzestien) uren, waarbij de Reclassering Nederland dient te bepalen uit welke werkzaamheden de taakstraf dient te bestaan;
0 (nul) urente verrichten taakstraf resteert;
gevangenisstraf voor de duur van 2 (twee) maanden;
van € 200,00 (zegge: tweehonderd euro)aan materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 3 november 2019 tot aan de dag der algehele voldoening;
maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij [naam benadeelde 1] te betalen
€ 200,00(hoofdsom,
zegge: tweehonderd euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 3 november 2019 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van € 200,00 niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
4 (vier) dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij [naam benadeelde 2] te betalen
€ 100,00(hoofdsom,
zegge: honderd euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 3 november 2019 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van € 100,00 niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
2 (twee) dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;