ECLI:NL:RBROT:2020:2616

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
18 maart 2020
Publicatiedatum
26 maart 2020
Zaaknummer
C/10/592331 / FA RK 20-1334
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 18 maart 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een zorgmachtiging verleend aan de betrokkene, die lijdt aan een schizoaffectieve stoornis. De beslissing volgde op een verzoek van de officier van justitie, ingediend op 28 februari 2020. Tijdens de mondelinge behandeling, die telefonisch plaatsvond in verband met de coronamaatregelen, zijn de betrokkene en haar advocaat gehoord. De officier was niet aanwezig, omdat hij geen nadere toelichting nodig achtte. De rechtbank heeft vastgesteld dat het gedrag van de betrokkene, als gevolg van haar psychische stoornis, leidt tot ernstig nadeel, waaronder levensgevaar en ernstige verwaarlozing. De betrokkene verzet zich tegen opname, maar de rechtbank oordeelt dat verplichte zorg noodzakelijk is om haar geestelijke gezondheid te stabiliseren. De rechtbank verleent de zorgmachtiging voor de duur van zes maanden, tot en met 18 september 2020, en wijst het meer of anders verzochte af. De beschikking is mondeling gegeven door rechter B.E. Dijkers en schriftelijk uitgewerkt op 26 maart 2020.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team familie
Zaak-/rekestnummer: C/10/592331 / FA RK 20-1334
Patiëntnummer: [nummer]
Schriftelijke uitwerking van de mondelinge beslissing van 18 maart 2020 betreffende een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (hierna: Wvggz)
op verzoek van:
de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam,hierna: de officier,
met betrekking tot:
[naam betrokkene],
geboren op [geboortedatum betrokkene] ,
hierna: betrokkene,
wonende te [adres] , [woonplaats] ,
op dit moment verblijvende te [verblijfadres] , [verblijfplaats] ,
advocaat mr. P.C. van Houten te Rotterdam.

1..Procesverloop

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit het verzoekschrift met bijlagen van de officier, ingekomen op 28 februari 2020.
1.2.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 18 maart 2020. Conform de tijdelijke regeling in verband met het coronavirus (
Tijdelijke regeling F&J rechtbanken i.v.m. Corona 19 maart 2020, gepubliceerd door het Landelijk Overleg Vakinhoud Familie- en Jeugdrecht en het Landelijk Overleg Vakinhoud Civiel hoven), zijn de volgende personen telefonisch gehoord:
- betrokkene en haar hierboven genoemde advocaat;
- [naam] , systeemtherapeutisch werker, verbonden aan Parnassia Groep.
1.3.
De officier is niet gehoord, omdat hij een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig achtte.

2..Beoordeling

2.1.
Criteria zorgmachtiging
2.1.1.
De rechter kan op verzoek van de officier een zorgmachtiging verlenen ten aanzien van de betrokkene wanneer wordt voldaan aan de criteria en de doelen van verplichte zorg als bedoeld in artikel 3:3 en 3:4 Wvggz. Verplichte zorg is zorg die ondanks verzet kan worden verleend.
Wanneer het gedrag van de betrokkene als gevolg van een psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel, kan als uiterste middel verplichte zorg worden verleend, mits er geen mogelijkheden voor zorg op basis van vrijwilligheid zijn, er geen minder bezwarende alternatieven zijn, het verlenen van verplichte zorg evenredig is en redelijkerwijs te verwachten is dat het verlenen van verplichte zorg effectief is.
Verplichte zorg kan worden verleend om ernstig nadeel af te wenden, de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen of de door een psychische stoornis bedreigde of aangetaste fysieke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen.
2.1.2.
Uit de overgelegde stukken en het verhandelde ter zitting blijkt dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, te weten een schizoaffectieve stoornis.
2.1.3.
Het gedrag van betrokkene leidt als gevolg van haar psychische stoornis tot ernstig nadeel, gelegen in het bestaan van of het aanzienlijk risico op levensgevaar, ernstig lichamelijk letsel, ernstige verwaarlozing en maatschappelijke teloorgang. In oktober 2019 is betrokkene opgenomen met een inbewaringstelling nadat zij risicovol gedrag vertoonde voor zichzelf en voor anderen. Een maandenlange opname was noodzakelijk om dit beeld af te vlakken. Op dit moment verblijft betrokkene bij haar moeder en haar broers in Den Haag, die haar ondersteunen. Betrokkene verzet zich hevig tegen een nieuwe verzochte klinische opname en wil dat voorkomen. Zij neemt haar medicatie in en onderhoudt contact met haar behandelaar. Op die manier kan het ernstig nadeel worden afgewend of kan op tijd worden ingegrepen.
2.2.
Verplichte zorg
2.2.1.
Om het ernstig nadeel af te wenden en de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren heeft betrokkene verplichte zorg nodig.
2.2.2.
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. Om die reden is verplichte zorg nodig. Tijdens de zitting blijkt dat alleen de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk zijn:
 het toedienen van medicatie;
 het uitoefenen van toezicht op betrokkene.
Het is van belang dat betrokkene haar medicatie blijft innemen. Uit de medische verklaring blijkt dat sprake is van medicatietrouw. Betrokkene zegt haar medicatie goed in te nemen, maar vanwege medicatieontrouw in het verleden wordt verplichte zorg in dit kader nodig geacht. Met betrekking tot de (voorwaardelijk) verzochte opname geldt dat de enkele kans dat het in de toekomst niet goed gaat met betrokkene onvoldoende grond is om reeds nu opname toe te wijzen. Als toch blijkt dat een opname in een accommodatie noodzakelijk is, kan dat in noodsituaties met tijdelijke verplichte zorg gerealiseerd worden, en bij een wijzigingsverzoek zal dat worden beoordeeld door een rechter.
2.2.3.
Voor de toegewezen vormen van verplichte zorg zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben. De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.2.4.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de (verzochte) duur van zes maanden.

3..Beslissing

De rechtbank:
3.1.
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van [naam betrokkene] voornoemd;
3.2.
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals opgenomen in rechtsoverweging 2.2.2. kunnen worden getroffen;
3.3.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 18 september 2020;
3.4.
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is op 18 maart 2020 mondeling gegeven door mr. B.E. Dijkers, rechter, in tegenwoordigheid van J.D. Verburg, griffier, en op 26 maart 2020 schriftelijk uitgewerkt en getekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.