ECLI:NL:RBROT:2020:2626

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
2 maart 2020
Publicatiedatum
26 maart 2020
Zaaknummer
C/10/592293 / FA RK 20-1316
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel op verzoek van de officier van justitie

Op 2 maart 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven inzake de voortzetting van een crisismaatregel op verzoek van de officier van justitie. De officier verzocht om verlenging van de op 27 februari 2020 opgelegde crisismaatregel voor een betrokkene, geboren in Denemarken en zonder bekende woon- of verblijfplaats, die momenteel verblijft in de Parnassia Groep te Capelle aan den IJssel. De mondelinge behandeling vond plaats op dezelfde dag, waarbij de betrokkene en haar advocaat aanwezig waren, maar de officier van justitie niet. De rechtbank heeft vastgesteld dat er sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel voor de betrokkene, waaronder ernstig lichamelijk letsel en maatschappelijke teloorgang. Dit werd onderbouwd door medische verklaringen en het gedrag van de betrokkene, die eerder een mes had ingeslikt en automutilatie vertoonde. De rechtbank oordeelde dat de crisismaatregel noodzakelijk was en dat er geen minder bezwarende alternatieven beschikbaar waren. De machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel werd verleend voor een periode van drie weken, tot en met 23 maart 2020. De beschikking werd mondeling gegeven door rechter A.C. Hendriks en is op dezelfde dag schriftelijk uitgewerkt.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team familie
Zaak-/rekestnummer: C/10/592293 / FA RK 20-1316
Betrokkenenummer: [nummer]
Machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel
Schriftelijke uitwerking van de mondelinge beslissing van 2 maart 2020 betreffende een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel als bedoeld in artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (hierna: Wvggz)
op verzoek van:
de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam,hierna: de officier,
met betrekking tot:
[naam betrokkene],
geboren op [geboortedatum betrokkene] te [geboorteplaats betrokkene] , Denemarken,
hierna: betrokkene,
zonder bekende woon- of verblijfplaats,
thans verblijvende in Parnassia Groep, locatie Poortmolen te Capelle aan den IJssel,
advocaat mr. J.D. van der Heijden te Hilversum.

1..Procesverloop

1.1.
Bij verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 28 februari 2020, heeft de officier verzocht om verlenging van de op 27 februari 2020 opgelegde crisismaatregel.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
  • een afschrift van de beslissing tot het nemen van de crisismaatregel van 27 februari 2020;
  • de medische verklaring opgesteld door C. van Tuijl, psychiater, van 27 februari 2020;
  • de gegevens over eerder afgegeven machtigingen op grond van de Wet Bopz en de Wvggz;
  • de relevante politiegegevens en/of de strafvorderlijke- en justitiële gegevens.
1.2.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 2 maart 2020.
Bij die gelegenheid zijn verschenen:
  • betrokkene met haar hierboven genoemde advocaat;
  • [naam arts] , arts, verbonden aan Parnassia Groep, locatie Poortmolen.
1.3.
De officier is niet ter zitting verschenen, omdat hij een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig achtte.

2..Beoordeling

2.1.
Criteria crisismachtiging
2.1.1.
Op grond van artikel 7:7 Wvggz in samenhang gelezen met artikel 7:8 Wvggz kan de rechter op verzoek van de officier met betrekking tot een persoon een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel verlenen, indien de burgemeester ten aanzien van deze persoon op grond van artikel 7:1 Wvggz een crisismaatregel heeft genomen.
2.1.2.
Uit de overgelegde stukken en het verhandelde ter zitting is gebleken dat er ten aanzien van betrokkene in de voorliggende zaak sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, gelegen in ernstig lichamelijk letsel en maatschappelijke teloorgang. Betrokkene komt uit Denemarken en is zonder plan en zonder geld door Nederland aan het reizen. Zij is in de hal van Rotterdam CS aangetroffen terwijl zij met een stok in haar buik aan het steken was. Betrokkene heeft twee keer een mes ingeslikt; de laatste maal op 28 februari 2020. Deze zijn operatief verwijderd. Op dit moment heeft betrokkene een naald in haar hand; ook deze moet operatief worden verwijderd. De arts verklaart ter zitting dat betrokkene in haar thuisland gediagnosticeerd is met het syndroom van Münchhausen. Op dit moment is zij gesepareerd omdat de medewerkers van de instelling bezorgd zijn dat betrokkene zichzelf iets aandoet. De arts geeft aan dat betrokkene vanaf nu meer vrijheden krijgt. Er moet bekeken worden hoe zij daarmee omgaat. Betrokkene moet eerst behandeld worden aan het verwijderen van de naald. Ook moet gekeken worden hoe zij aan haar stoornis kan worden behandeld. Het is de bedoeling dat zij zo snel mogelijk terugkeert naar Denemarken, waar inmiddels contact is opgenomen met haar psychiater aldaar.
2.1.3.
Vermoed wordt dat dit nadeel wordt veroorzaakt door gedrag dat voortvloeit uit een psychische stoornis, in de vorm van automutilatie bij een vrouw bekend met persoonlijkheidsproblematiek en zwakbegaafdheid.
2.1.4.
De crisissituatie is zo ernstig dat de procedure voor een zorgmachtiging niet kan worden afgewacht.
2.2.
Verplichte zorg
2.2.1.
De rechtbank is van oordeel dat de in de crisismaatregel genoemde verplichte zorg noodzakelijk is om het nadeel af te wenden, te weten:
  • het toedienen van medicatie, alsmede het verrichten van medische controles, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
  • het beperken van de bewegingsvrijheid;
  • het insluiten;
  • het uitoefenen van toezicht op betrokkene;
  • het onderzoek aan kleding of lichaam;
  • het onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gevaarlijke voorwerpen;
  • het opnemen in een accommodatie.
2.2.2.
Betrokkene verzet zich tegen deze zorg. Er zijn naar het oordeel van de rechtbank geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect kunnen hebben.
2.2.3.
De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.3.
Gelet op het voorgaande zal een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel worden verleend, welke machtiging een geldigheidsduur heeft van drie weken na heden.

3..Beslissing

De rechtbank:
3.1.
verleent een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel ten aanzien van [naam betrokkene] voornoemd;
3.2.
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals opgenomen in rechtsoverweging 2.2.1. kunnen worden getroffen;
3.3.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 23 maart 2020.
Deze beschikking is op 2 maart 2020 mondeling gegeven door mr. A.C. Hendriks, rechter, in tegenwoordigheid van H.J. de Wit, griffier, en op 2 maart 2020 schriftelijk uitgewerkt en getekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.