In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 12 maart 2020 een beschikking gegeven met betrekking tot de verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging voor gesloten jeugdhulp van een minderjarige, hierna te noemen [naam kind]. De gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond heeft op 6 februari 2020 een verzoek ingediend om de ondertoezichtstelling van [naam kind] te verlengen voor de duur van een jaar en om een machtiging te verlenen voor opname in een gesloten accommodatie voor zes maanden. De kinderrechter heeft de zaak behandeld met gesloten deuren, waarbij de moeder van [naam kind] aanwezig was, evenals een vertegenwoordiger van de GI en de advocaat van [naam kind], mr. M.E. Pennings. De vader is niet verschenen.
De kinderrechter heeft vastgesteld dat [naam kind] op een gesloten groep bij de Midgaard verblijft en dat hij daar enige positieve ontwikkeling vertoont. De kinderrechter heeft de noodzaak van de gesloten jeugdhulp onderbouwd met de ernstige gedragsproblematiek en het schoolverzuim van [naam kind]. De kinderrechter heeft geoordeeld dat de ondertoezichtstelling verlengd dient te worden tot 10 april 2021 en dat de machtiging gesloten jeugdhulp verleend wordt voor de duur van drie maanden, met de mogelijkheid om het verzoek voor de resterende periode aan te houden tot een latere zitting.
De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, en de schriftelijke uitwerking is vastgesteld op 24 maart 2020. Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld door de verzoekers en belanghebbenden binnen drie maanden na de uitspraak.