ECLI:NL:RBROT:2020:2645

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
5 februari 2020
Publicatiedatum
27 maart 2020
Zaaknummer
10/996550-18
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Valsheid in geschrift en opzettelijk gebruik maken van vals geschrift in het kader van kinderopvangtoeslag en huurtoeslag

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 5 februari 2020 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, die beschuldigd werd van valsheid in geschrift en opzettelijk gebruik maken van vals geschrift. De verdachte heeft in de periode van 17 augustus 2010 tot en met 15 maart 2013 valse documenten ingediend bij de Belastingdienst om onterecht kinderopvangtoeslag en huurtoeslag te ontvangen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte meerdere digitale aanvraagformulieren en facturen valselijk heeft opgemaakt, met als doel deze als echt en onvervalst te gebruiken. De verdachte heeft bekend dat zij de feiten heeft gepleegd, maar bagatelliseerde haar daden door te stellen dat zij het als een lening zag.

De officier van justitie heeft een gevangenisstraf van zes maanden geëist, waarvan de uitvoering voorwaardelijk zou zijn, met een proeftijd van twee jaar en bijzondere voorwaarden, waaronder reclasseringstoezicht en ambulante behandeling. De rechtbank heeft de eis van de officier van justitie gevolgd en de verdachte veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van zes maanden, met de genoemde voorwaarden. De rechtbank heeft daarbij rekening gehouden met de ernst van de feiten, de persoonlijke omstandigheden van de verdachte en het risico op recidive. De verdachte heeft eerder soortgelijke feiten gepleegd, wat in haar nadeel is meegewogen. De rechtbank heeft benadrukt dat het handelen van de verdachte het vertrouwen in de overheid ondermijnt en dat er misbruik is gemaakt van sociale voorzieningen.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 1
Parketnummer: 10/996550-18
Datum uitspraak: 5 februari 2020
Tegenspraak
Verkort vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[naam verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats verdachte] op [geboortedatum verdachte] ,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres:
[adres verdachte] [woonplaats verdachte] ,
raadsman mr. D.T. Stoof, advocaat te Breda.

1..Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 22 januari 2020.

2..Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding, zoals deze op de terechtzitting overeenkomstig de vordering van de officier van justitie is gewijzigd. De tekst van de gewijzigde tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3..Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. A.M. Dingley heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van het onder 1 en 2 tenlastegelegde;
  • veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van zes maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren en als bijzondere voorwaarde dat de verdachte zich zal gedragen naar de aanwijzingen van de reclassering, waaronder een meldplicht en het meewerken aan ambulante behandeling en schuldhulpverlening.

4..Waardering van het bewijs

4.1.
Bewezenverklaring zonder nadere motivering
Het onder 1 en 2 tenlastegelegde is door de verdachte bekend. Gelet op deze bekennende verklaring en gelet op de inhoud van overige wettige bewijsmiddelen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden, verklaart de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 en 2 tenlastegelegde heeft begaan op die wijze dat:
1.
zij
in de periode van 17 augustus 2010 tot en met 15 maart 2013, te Nederland, (meerdere digitale aanvraag/wijzigingsformulieren kinderopvangtoeslag en een digitaal formulier huurverandering/burger verhuisd en een antwoordformulier kinderopvangtoeslag en een bezwaarformulier kinderopvangtoeslag, valselijk heeft opgemaakt te weten,
met betrekking tot het kind [naam kind 1] ,
een digitaal aanvraag/wijzigingsformulier kinderopvangtoeslag voor het kind [naam kind 1] opgemaakt op of omstreeks 17 augustus 2010 op naam van de ouder [naam ouder 1] en
met betrekking tot het kind [naam kind 2] ,
een digitaal aanvraag/wijzigingsformulier kinderopvangtoeslag voor het kind [naam kind 2] , opgemaakt op of omstreeks 18-10-2010 op naam van de ouder [naam ouder 1] en
een antwoordformulier kinderopvangtoeslag 2010, gedateerd 15-03-2013, op naam van [naam]
een bezwaarformulier kinderopvangtoeslag 2011, gedateerd 01-03-2013, op naam van [naam] en
en digitaal formulier huurverandering/burger verhuisd, opgemaakt op of omstreeks 09-01-2012 op naam van [naam] ,
zijnde geschriften die bestemd zijn om tot bewijs van enig feit te dienen,
telkens met het oogmerk om deze als echt en onvervalst te gebruiken
hebbende zij, verdachte, op deze formulieren telkens in strijd met de waarheid vermeld dat:
- zakelijk weergegeven -
de genoemde kinderen tegen betaling kinderopvang hadden genoten in de periode en opvanginstelling zoals benoemd in voornoemde formulieren, terwijl die opvang in werkelijkheid niet heeft plaatsgevonden en
en
dat de kale huur van de woning met adres [adres] , [postcode] te Rotterdam sinds 01-03-2012 627,- euro betrofterwijl de werkelijke kale huur van deze woning op 01-03-2012 721,76euro betrof en hoger was dan het maximumbedrag dat in aanmerking komt voor het ontvangen van huurtoeslag;
2.
zij
in de periode van 4 augustus 2011 tot en met 23 januari 2014 te Nederland,
telkens opzettelijk gebruik heeft gemaakt van valse geschriften te weten
met betrekking tot het kind [naam kind 1] ,
een opgaaf kosten 2010 op naam van [naam school] met een totaal bedrag van 9503,52 euro, en
met betrekking tot het kind [naam kind 2] ,
een factuur opgave 2012 op naam van [naam stichting kinderopvang] voor twaalf maanden á 1399,20 euro per maand voor 220 uur opvang per maand en
met betrekking tot het kind [naam kind 3] ,
een factuur opgave 2013 op naam van [naam stichting kinderopvang] voor vijf maanden á 1399,20 euro per maand voor 220 uur opvang per maand (, en
met betrekking tot het kind [naam kind 4] ,
vijf afschriften van bankoverschrijvingen op naam van Regiobank, welke overboekingen vermelden van 4197,60 euro per afschrift naar [naam stichting kinderopvang] in het jaar 2012 en 2013 , en
een factuur opgave 2013 op naam van [naam stichting kinderopvang] , gedateerd 3 juni 2013 ,
elk zijnde een geschrift(en) dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen, bestaande de valsheid hierin dat, telkens valselijk en in strijd met de waarheid,
- zakelijk weergegeven -
op de genoemde geschrift(en ad a) en ad b) en ad c)
en e)is vermeld dat de geschriften afkomstig zijn van de opvanginstelling zoals benoemd in voornoemde geschriften en/dat bij deze opvanginstellingen tegen betaling kinderopvang is genoten, terwijl deze geschriften in werkelijkheid niet van deze instellingen afkomstig zijn en de vermelde kosten niet zijn gemaakt en niet zijn betaald en
op de geschriften ad d) is vermeld dat de geschriften afkomstig zijn van de Regiobank en op deze genoemde geschriften is vermeld dat geldbedragen zijn overgemaakt op rekening van een kinderdagverblijf, terwijl deze geschriften in werkelijkheid niet van de Regiobank afkomstig zijn en de vermelde bedragen niet zijn overgemaakt
en
bestaande dat gebruik hierin dat de verdachte de genoemde geschriften heeft doen toekomen aan de Belastingdienst Toeslagen te Heerlen, als ware die geschriften echt en onvervalst.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten staan, zijn deze verbeterd. De verdachte is hierdoor niet in zijn verdediging geschaad.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
Het vonnis zal in die gevallen waarin de wet dit vereist worden aangevuld met een later bij dit vonnis te voegen bijlage met daarin de inhoud dan wel de opgave van de bewijsmiddelen.

5..Strafbaarheid feiten

De bewezen feiten leveren op:
1.
valsheid in geschrift, meermalen gepleegd;
2.
opzettelijk gebruik maken van een vals geschrift, als bedoeld in artikel 225, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht, als ware het echt en onvervalst, meermalen gepleegd.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.
De feiten zijn dus strafbaar.

6..Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit.
De verdachte is dus strafbaar.

7..Motivering straf

7.1.
Algemene overweging
De straf die aan de verdachte wordt opgelegd, is gegrond op de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
7.2.
Feiten waarop de straf is gebaseerd
De verdachte heeft doelbewust en ten onrechte kinderopvangtoeslag (hierna: KOT) aangevraagd bij de Belastingdienst voor twee van haar kinderen, terwijl deze kinderen in de periode waarop deze aanvragen zagen, geen kinderopvang genoten. Om te verhullen dat haar kinderen geen kinderopvang genoten, heeft zij bij de Belastingdienst onder meer valse facturen en bankafschriften met betrekking tot betaling van de kinderopvang ingediend. Daardoor heeft zij van de Belastingdienst ten onrechte aanzienlijke bedragen aan KOT ontvangen, welk geld zij heeft gebruikt voor andere zaken dan waarvoor de KOT is bedoeld.
Ook heeft zij een formulier Huurverandering/Burger verhuisd ingediend en daarop een lagere huur dan de werkelijke ingevuld. Daardoor heeft zij ten onrechte huurtoeslag ontvangen. Ook dit geld heeft zij aangewend voor andere doeleinden dan waarvoor dit geld is bedoeld.
Dit zijn kwalijke feiten omdat hierdoor misbruik wordt gemaakt van regelingen die door de overheid in het leven zijn geroepen om ouders met kinderen in de gelegenheid te stellen te (blijven) werken en om verlichting voor woonlasten te bieden. Door het handelen van de verdachte wordt het sociale vangnet van KOT en huurtoeslag ondermijnd. Ook is schade toegebracht aan het vertrouwen dat de Belastingdienst moet kunnen stellen in de documenten die worden ingediend. De verdachte heeft zich kennelijk alleen laten leiden door haar eigen financiële gewin.
7.3.
Persoonlijke omstandigheden van de verdachte
7.3.1.
Strafblad
De rechtbank heeft acht geslagen op een de verdachte betreffend uittreksel uit de justitiële documentatie van
11 november 2019. Daaruit blijkt dat de verdachte eerder is veroordeeld voor een soortgelijk strafbaar feit en dat het onder 1 bewezenverklaarde feit binnen vijf jaar na die eerdere veroordeling is gepleegd. Dit zal in het nadeel van de verdachte worden meegenomen.
7.3.2.
Rapportage
Reclassering Nederland heeft een rapport over de verdachte opgemaakt, gedateerd
20 december 2019. Dit rapport houdt het volgende in. De verdachte bekent het tenlastegelegde. Zij neemt verantwoordelijkheid voor haar delictgedrag, maar bagatelliseert het ook; zij zag het als een lening. Daarnaast heeft zij geen volledige openheid van zaken gegeven. Haar houding ten opzichte van het strafbaar feit, de financiële situatie van het gezin, het sociaal netwerk en haar psychosociaal functioneren vormen een verhogende factor voor het risico dat zij opnieuw strafbare feiten pleegt. Niettemin wordt dit risico ingeschat als gemiddeld. Het advies van de reclassering is om een deels voorwaardelijke straf op te leggen, met daarbij als bijzondere voorwaarde onder meer een ambulante behandeling die ziet op het vergroten van haar copingvaardigheden en draagkracht. De rechtbank heeft hierop acht geslagen.
7.4.
Conclusies van de rechtbank
De rechtbank komt gelet op het voorgaande tot de volgende conclusies.
De aard en de ernst van het feit rechtvaardigen een forse straf. Daarbij heeft de rechtbank ook acht geslagen op de straffen die doorgaans in vergelijkbare gevallen worden opgelegd.
De rechtbank zal, overeenkomstig de strafeis van de officier van justitie, een geheel voorwaardelijke straf van zes maanden opleggen, met een proeftijd van twee jaren en met daarbij de bijzondere voorwaarden zoals geadviseerd door de reclassering. De rechtbank acht die straf in dit geval passend en geboden. Deze voorwaardelijke straf dient er tevens toe de verdachte ervan te weerhouden in de toekomst opnieuw strafbare feiten te plegen.

8..Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 14a, 14b, 14c, 14d, 57 en 225 van het Wetboek van Strafrecht.

9..Bijlage

De in dit vonnis genoemde bijlage maakt deel uit van dit vonnis.

10..Beslissing

De rechtbank:
verklaart bewezen, dat de verdachte de onder 1 en 2 tenlastegelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezenverklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van zes (6) maanden;
bepaalt dat deze gevangenisstraf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
verbindt hieraan een proeftijd, die wordt gesteld op 2 jaren;
tenuitvoerlegging kan worden gelast als de veroordeelde de algemene voorwaarde niet naleeft en ook als de veroordeelde gedurende de proeftijd de bijzondere voorwaarden niet naleeft of een voorwaarde die daaraan van rechtswege is verbonden;
stelt als algemene voorwaarde:
- de veroordeelde zal zich vóór het einde van de proeftijd niet aan een strafbaar feit schuldig maken;
stelt als bijzondere voorwaarden:
de veroordeelde zal zich melden bij Reclassering Nederland zolang en frequent als die reclasseringsinstelling noodzakelijk vindt;
de veroordeelde zal zich onder ambulante behandeling stellen van een forensische polikliniek, aan te wijzen door de reclassering, gedurende 24 maanden na ingang van de proeftijd, of zoveel korter als de reclassering in overleg met de zorginstelling verantwoord vindt. De veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Het innemen van medicijnen kan onderdeel zijn van de behandeling;
de veroordeelde zal meewerken aan het aflossen van haar schulden en het treffen van afbetalingsregelingen, ook als dat inhoudt het meewerken aan schuldhulpverlening in het kader van de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen. De veroordeelde geeft de reclassering inzicht in haar financiën en schulden;
verstaat dat van rechtswege de volgende voorwaarden zijn verbonden aan de hierboven genoemde bijzondere voorwaarden:
- de veroordeelde zal ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verlenen aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbieden;
- de veroordeelde zal medewerking verlenen aan reclasseringstoezicht, daaronder begrepen de medewerking aan huisbezoeken.
geeft aan genoemde reclasseringsinstelling opdracht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. J.J. van den Berg, voorzitter,
en mrs. C.E. Bos en S.E.C. Debets, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. H.P. Eekhout, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 5 februari 2020.
Bijlage I
Tekst gewijzigde tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
1.
zij
op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 augustus 2010 tot en met 21 maart 2014, te Rozenburg en/of te Capelle aan den IJssel en/of te Hoogvliet en/of te Rotterdam en/of elders te Nederland, (telkens) tezamen en in vereniging met een ander of andere(n), althans alleen, meerdere (digita(a)le) aanvraag/wijzigingsformulier(en) kinderopvangtoeslag en/of (een) (digita(a)l(e)) formulier(en) huurverandering/burger verhuisd en/of (een) antwoordformulier(en) kinderopvangtoeslag en/of een bezwaarformulier kinderopvangtoeslag valselijk heeft/hebben opgemaakt en/of heeft doen/laten opmaken, dan wel heeft/hebben vervalst en/of heeft doen/laten vervalsen, te weten,
met betrekking tot het kind [naam kind 1] ,
a. een (digitaal) aanvraag/wijzigingsformulier kinderopvangtoeslag voor het kind [naam kind 1] opgemaakt op of omstreeks 17 augustus 2010 op naam van de ouder [naam ouder 1] (Doc-001) en/of
met betrekking tot het kind [naam kind 2] ,
een (digitaal) aanvraag/wijzigingsformulier kinderopvangtoeslag voor het kind [naam kind 2] , opgemaakt op of omstreeks 18-10-2010 op naam van de ouder [naam ouder 1] (Doc-028) en/of
met betrekking tot het kind [naam kind 3] ,
een (digitaal) aanvraag/wijzigingsformulier kinderopvangtoeslag voor het kind [naam kind 3] , opgemaakt op of omstreeks 27 juli 2013 op naam van de ouder [naam ouder 2] (Doc-083) en/of
met betrekking tot het kind [naam kind 4] ,
een (digitaal) aanvraag/wijzigingsformulier kinderopvangtoeslag voor het kind [naam kind 4] , opgemaakt op of omstreeks 27 juli 2013 op naam van de ouder [naam ouder 2] (Doc-082),
en/of
e) een antwoordformulier kinderopvangtoeslag 2010, gedateerd 15-03-2013, op naam van [naam ouder 1] (doc-005) en/of
een bezwaarformulier kinderopvangtoeslag 2011, gedateerd 01-03-2013, op naam van [naam ouder 1] (doc-011) en/of
een (digitaal formulier huurverandering/burger verhuisd, opgemaakt op of omstreeks 09-01-2012 op naam van [naam ouder 1] (doc-062),
zijnde (een) geschrift(en) dat/die bestemd zijn om tot bewijs van enig feit te dienen,
(telkens) met het oogmerk om deze als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken,
hebbende zij, verdachte, en/of haar mededaders, op deze formulieren (telkens) in strijd met de waarheid vermeld dat:
- zakelijk weergegeven -
de genoemde kinderen tegen betaling kinderopvang hadden genoten in de periode en opvanginstelling zoals benoemd in voornoemde formulieren, terwijl die opvang in werkelijkheid niet heeft plaatsgevonden en/of uit deze opvang geen recht op kinderopvangtoeslag voortvloeide en/of de intentie tot het gebruikmaken van deze opvang niet bestond,
en/of
dat de kale huur van de woning met adres [adres] , [postcode] te Rotterdam (ten minste) sinds 01-03-2012 627,- euro betrof, althans een lagere kale huur dan de werkelijke kale huurprijs (doc-062), terwijl de werkelijke kale huur van deze woning op 01-03-2012 721,76 euro betrof, althans hoger was dan het maximumbedrag dat in aanmerking komt voor het ontvangen van huurtoeslag;
digita(a)l(e) formulier(en) huurverandering/ burger verhuisd,
2.
zij
op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 4 augustus 2011 tot en met 23 januari 2014 te Rozenburg en/of te Capelle aan den IJssel en/of te Hoogvliet en/of te Rotterdam en/of elders te Nederland, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen,
telkens opzettelijk gebruik heeft gemaakt van (een) vals(e) of vervalst(e) geschrift(en) te weten
met betrekking tot het kind [naam kind 1] ,
a. een opgaaf kosten 2010 op naam van [naam school] met een totaal bedrag van 9503,52 euro (doc-003), en/of
met betrekking tot het kind [naam kind 2] ,
een factuur opgave 2012 op naam van [naam stichting kinderopvang] voor twaalf maanden á 1399,20 euro per maand voor 220 uur opvang per maand (doc-034), en/of
met betrekking tot het kind [naam kind 3] ,
een factuur opgave 2013 op naam van [naam stichting kinderopvang] voor vijf maanden á 1399,20 euro per maand voor 220 uur opvang per maand (doc-44 tot en met doc-47), en/of
met betrekking tot het kind [naam kind 4] ,
vijf afschriften van bankoverschrijvingen op naam van Regiobank, welke overboekingen vermelden van 4197,60 euro per afschrift naar [naam stichting kinderopvang] in het jaar 2012 en 2013 (doc-039),
een factuur opgave 2013 op naam van [naam stichting kinderopvang] , gedateerd 3 juni 2013 (Doc-053),
(elk) zijnde (een) geschrift(en) dat/die bestemd was/waren om tot bewijs van enig feit te dienen, bestaande de valshe(i)d(en) en/of vervalsing(en) hierin dat, (telkens) valselijk en in strijd met de waarheid,
- zakelijk weergegeven -
op/in de/het genoemde geschrift(en) ad a) en/of ad b) en/of ad c) is vermeld dat de/het geschrift(en) afkomstig is/zijn van de opvanginstelling zoals benoemd in voornoemde geschrift(en) en/of dat bij deze opvanginstelling(en) tegen betaling kinderopvang is genoten, terwijl dit/deze geschrift(en) in werkelijkheid niet van deze instellingen afkomstig zijn en/of de vermelde kosten niet zijn gemaakt en/of niet zijn betaald en/of
op in het/de geschrift(en) ad d) is vermeld dat de/het geschrift(en) afkomstig is/zijn van de Regiobank en/of op dit/deze genoemde geschrift(en) is vermeld dat geldbedragen zijn overgemaakt op rekening(en) van (een) kinderdagverblijf, terwijl dit/deze geschrift(en) in werkelijkheid niet van de Regiobank afkomstig is/zijn en/of de vermelde bedragen niet zijn overgemaakt
en
bestaande dat gebruik hierin dat de verdachte en/of haar mededader(s) het/de genoemde geschriften heeft/hebben opgestuurd en/of doen toekomen naar/aan de Belastingdienst Toeslagen te Heerlen, als ware dat/die geschrift(en) echt en onvervalst.