In deze zaak heeft de kinderrechter op 13 maart 2020 uitspraak gedaan over de verlenging van de ondertoezichtstelling van een minderjarige, hierna te noemen [naam kind]. De kinderrechter heeft de zaak behandeld met gesloten deuren, waarbij de vader, een vertegenwoordigster van de gecertificeerde instelling (GI) en de moeder aanwezig waren, hoewel de moeder zich had afgemeld. De GI, Leger des Heils Jeugdbescherming & Reclassering, heeft verzocht om verlenging van de ondertoezichtstelling voor de duur van één jaar, omdat de doelen die gesteld zijn voor de ontwikkeling van [naam kind] nog niet zijn behaald. De ouders zijn gemotiveerd om mee te werken aan de hulpverlening, maar er zijn problemen met de beschikbaarheid van een vaste jeugdbeschermer. De kinderrechter heeft vastgesteld dat [naam kind] nog steeds ernstig in zijn ontwikkeling wordt bedreigd, ondanks enige verbeteringen in de opvoedsituatie. De kinderrechter heeft besloten de ondertoezichtstelling te verlengen tot 22 februari 2021, in overeenstemming met het verzoek van de GI. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken door de kinderrechter, met de griffier aanwezig. Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld door de verzoekers en andere belanghebbenden binnen drie maanden na de uitspraak.