ECLI:NL:RBROT:2020:2832
Rechtbank Rotterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg
Op 23 maart 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven inzake de voortzetting van een crisismaatregel op verzoek van de officier van justitie. De officier verzocht om de voortzetting van de op 17 maart 2020 opgelegde crisismaatregel voor een betrokkene, die momenteel verblijft in een zorginstelling. De rechtbank heeft de mondelinge behandeling op dezelfde dag gehouden, waarbij de betrokkene en zijn advocaat aanwezig waren. De officier was niet aanwezig, omdat hij geen nadere toelichting nodig achtte.
De rechtbank heeft beoordeeld of aan de criteria voor een crisismachtiging voldaan was, zoals vastgelegd in de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De rechtbank concludeerde dat er sprake was van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel voor de betrokkene, die lijdt aan een psychische stoornis. De betrokkene had wanen en was ervan overtuigd dat zijn buren hem in de gaten hielden. Dit leidde tot ernstige verwaarlozing en een gevaar voor de algemene veiligheid.
De rechtbank oordeelde dat de voorgestelde verplichte zorg noodzakelijk was om het ernstig nadeel af te wenden. De maatregelen omvatten het toedienen van medicatie, beperking van de bewegingsvrijheid, en toezicht op de betrokkene. De rechtbank verleende de machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel voor een periode van drie weken, tot en met 13 april 2020. De beschikking is mondeling gegeven door de rechter en later schriftelijk uitgewerkt.