ECLI:NL:RBROT:2020:2833

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
23 maart 2020
Publicatiedatum
1 april 2020
Zaaknummer
C/10/593395 / FA RK 20-1837
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 23 maart 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven over de voortzetting van een crisismaatregel op verzoek van de officier van justitie. De officier had op 18 maart 2020 een verzoekschrift ingediend om de op 17 maart 2020 opgelegde crisismaatregel te verlengen. Bij het verzoekschrift waren verschillende bijlagen gevoegd, waaronder een medische verklaring van psychiater E.W. Jongenotter. Tijdens de mondelinge behandeling op 23 maart 2020 zijn de betrokkene en zijn advocaat, mr. S.C. Dikkers, gehoord, evenals de regiebehandelaar M. van Ophemert en behandelaar E. Versnel van Antes.

De rechtbank heeft beoordeeld of aan de criteria voor een crisismachtiging, zoals vastgelegd in de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), is voldaan. Hoewel er sprake was van een psychische stoornis bij de betrokkene, namelijk ernstige alcoholafhankelijkheid en depressie, was er geen onmiddellijk dreigend ernstig nadeel meer aanwezig, aangezien de betrokkene geen actuele wens tot suïcide had en bereid was tot behandeling. De regiebehandelaar bevestigde deze situatie en gaf aan dat de betrokkene op vrijwillige basis behandeld wilde worden.

Op basis van deze overwegingen heeft de rechtbank besloten het verzoek tot voortzetting van de crisismaatregel af te wijzen. De beschikking is mondeling gegeven door rechter M.W.J. van Elsdingen en schriftelijk uitgewerkt op 30 maart 2020. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team familie
Zaak-/rekestnummer: C/10/593395 / FA RK 20-1837
Betrokkenenummer: [nummer]
Schriftelijke uitwerking van de mondelinge beslissing van 23 maart 2020 betreffende een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel als bedoeld in artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (hierna: Wvggz)
op verzoek van:
de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam,hierna: de officier,
met betrekking tot:
[naam betrokkene], betrokkene,
geboren op [geboortedatum betrokkene] te [geboorteplaats betrokkene] ,
wonende aan de [adres betrokkene] , [woonplaats betrokkene] ,
thans verblijvende in Antes, locatie Prins Constatijnweg te Rotterdam,
advocaat mr. S.C. Dikkers te Rotterdam.

1.Procesverloop

1.1.
Bij verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 18 maart 2020, heeft de officier verzocht om voortzetting van de op 17 maart 2020 opgelegde crisismaatregel.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
 een afschrift van de beslissing tot het nemen van de crisismaatregel van 17 maart 2020;
 de medische verklaring opgesteld door E.W. Jongenotter, psychiater, van 17 maart 2020;
 de gegevens over eerder afgegeven machtigingen op grond van de Wet Bopz en de Wvggz;
 de relevante politiegegevens en/of de strafvorderlijke- en justitiële gegevens;
1.2.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 23 maart 2020, in het gebouw van de rechtbank Rotterdam. Bij die gelegenheid zijn (conform de Tijdelijke regeling F&J rechtbanken i.v.m. Corona) telefonisch gehoord:
 betrokkene met zijn hierboven genoemde advocaat;
 M. van Ophemert, regiebehandelaar, en
 E. Versnel, behandelaar, beiden verbonden aan Antes, locatie Prins Constatijnweg.
1.3.
De officier is ter zitting niet (telefonisch) gehoord, omdat hij een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig achtte.

2.Beoordeling

2.1.
Criteria crisismachtiging
2.1.1.
Op grond van artikel 7:7 Wvggz in samenhang gelezen met artikel 7:8 Wvggz kan de rechter op verzoek van de officier met betrekking tot een betrokkene een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel verlenen, indien de burgemeester ten aanzien van deze betrokkene op grond van artikel 7:1 Wvggz een crisismaatregel heeft genomen.
2.1.2.
Gelet op artikel 7:1 lid 1 Wvggz kan deze machtiging slechts worden verleend indien er onmiddellijk dreigend nadeel is, er een ernstig vermoeden bestaan dat het gedrag van betrokkene als gevolg van een psychische stoornis dit dreigend nadeel veroorzaakt en met de crisismaatregel het ernstige nadeel kan worden weggenomen. Daarnaast is de crisissituatie dermate ernstig dat de procedure voor een zorgmachtiging niet kan worden afgewacht en is er verzet als bedoeld in artikel 1:4 Wvggz tegen de zorg.
2.1.3.
Ten aanzien van betrokkene is weliswaar sprake van een psychische stoornis in de vorm van een ernstige alcoholafhankelijkheid en depressie maar er geen sprake meer van een onmiddellijk dreigend ernstig nadeel bestaande uit suïcidaliteit. Betrokkene heeft geen actuele wens meer om suïcide te plegen. Hij wil behandeld worden en is inmiddels weer begonnen met het innemen van zijn medicatie voor zijn lichamelijke klachten. De regiebehandelaar bevestigt het voorgaande en wil graag een behandeling met betrokkene starten op vrijwillige basis. Gelet op het voorgaande zal de rechtbank het verzoek afwijzen.

3.Beslissing

De rechtbank wijst het verzoek af.
Deze beschikking is op 23 maart 2020 mondeling gegeven door mr. M.W.J. van Elsdingen, rechter, in tegenwoordigheid van mr. J. Veldthuis, griffier, en op 30 maart 2020 schriftelijk uitgewerkt en getekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.