ECLI:NL:RBROT:2020:2835

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
23 maart 2020
Publicatiedatum
1 april 2020
Zaaknummer
C/10/593527 / FA RK 20-1904
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 23 maart 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een mondelinge beslissing genomen over een verzoek tot voortzetting van een crisismaatregel op basis van artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). Dit verzoek was ingediend door de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam, naar aanleiding van een eerder opgelegde crisismaatregel op 18 maart 2020. De rechtbank heeft de mondelinge behandeling van het verzoek op dezelfde dag gehouden, waarbij verschillende zorgprofessionals, waaronder een psychiater en verpleegkundigen, telefonisch zijn gehoord. De officier was niet aanwezig omdat hij geen nadere toelichting nodig achtte.

De rechtbank heeft de criteria voor het verlenen van een crisismachtiging beoordeeld. Volgens de Wvggz kan een machtiging alleen worden verleend als er onmiddellijk dreigend nadeel is en er een ernstig vermoeden bestaat dat het gedrag van de betrokkene, als gevolg van een psychische stoornis, dit dreigend nadeel veroorzaakt. In dit geval was er sprake van een drugs-geïndiceerde psychose door amfetaminegebruik, maar de psychose was in remissie en er was geen onmiddellijk dreigend ernstig nadeel meer aanwezig. Betrokkene wilde hulp zoeken in een vrijwillig kader.

Op basis van deze overwegingen heeft de rechtbank besloten het verzoek tot voortzetting van de crisismaatregel af te wijzen. De beschikking is op 23 maart 2020 mondeling gegeven door rechter M.W.J. van Elsdingen en op 30 maart 2020 schriftelijk uitgewerkt. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team familie
Zaak-/rekestnummer: C/10/593527 / FA RK 20-1904
Betrokkenenummer: [nummer]
Schriftelijke uitwerking van de mondelinge beslissing van 23 maart 2020 betreffende een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel als bedoeld in artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (hierna: Wvggz)
op verzoek van:
de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam,hierna: de officier,
met betrekking tot:
[naam betrokkene], betrokkene,
geboren op [geboortedatum betrokkene] te [geboorteplaats betrokkene] ,
wonende aan de [adres betrokkene] , [woonplaats betrokkene] ,
thans verblijvende in Yulius, locatie Kasperspad te Dordrecht,
advocaat mr. N.J. Hos te Amersfoort.

1.Procesverloop

1.1.
Bij verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 19 maart 2020, heeft de officier verzocht om voortzetting van de op 18 maart 2020 opgelegde crisismaatregel.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
 een afschrift van de beslissing tot het nemen van de crisismaatregel van 18 maart 2020;
 de medische verklaring opgesteld door drs. J.B. Kruit, psychiater, van 18 maart 2020;
 de gegevens over eerder afgegeven machtigingen op grond van de Wvggz;
 de relevante politiegegevens en de strafvorderlijke- en justitiële gegevens.
1.2.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 23 maart 2020, in het gebouw van de rechtbank Rotterdam. Bij die gelegenheid zijn (conform de Tijdelijke regeling F&J rechtbanken i.v.m. Corona) telefonisch gehoord:
 cliënt met haar hierboven genoemde advocaat;
 P. Nazir, psychiater,
 K. Schenk, afdelingsverpleegkundige, en
 M.J.W. van Dongen, verpleegkundige specialist, allen verbonden aan Yulius, locatie Kasperspad.
1.3.
De officier ter zitting niet (telefonisch) gehoord, omdat hij een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig achtte.

2.Beoordeling

2.1.
Criteria crisismachtiging
2.1.1.
Op grond van artikel 7:7 Wvggz in samenhang gelezen met artikel 7:8 Wvggz kan de rechter op verzoek van de officier met betrekking tot een betrokkene een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel verlenen, indien de burgemeester ten aanzien van deze betrokkene op grond van artikel 7:1 Wvggz een crisismaatregel heeft genomen.
2.1.2.
Gelet op artikel 7:1 lid 1 Wvggz kan deze machtiging slechts worden verleend indien er onmiddellijk dreigend nadeel is, er een ernstig vermoeden bestaan dat het gedrag van betrokkene als gevolg van een psychische stoornis dit dreigend nadeel veroorzaakt en met de crisismaatregel het ernstige nadeel kan worden weggenomen. Daarnaast is de crisissituatie dermate ernstig dat de procedure voor een zorgmachtiging niet kan worden afgewacht en is er verzet als bedoeld in artikel 1:4 Wvggz tegen de zorg.
2.1.3.
Bij betrokkene is er sprake van een drugs-geïndiceerde psychose door het gebruik van amfetamine. De psychose is nu in remissie en gebleken is dat er geen sprake meer is van een onmiddellijk dreigend ernstig nadeel. De agressie bij betrokkene is verdwenen. De drugs gaan geleidelijk weer uit haar systeem. Betrokkene wil hulp in een vrijwillig kader gaan zoeken. Gelet op het voorgaande zal de rechtbank het verzoek afwijzen.

3.Beslissing

De rechtbank wijst het verzoek af.
Deze beschikking is op 23 maart 2020 mondeling gegeven door mr. M.W.J. van Elsdingen, rechter, in tegenwoordigheid van mr. J. Veldthuis, griffier, en op 30 maart 2020 schriftelijk uitgewerkt en getekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.