ECLI:NL:RBROT:2020:2835
Rechtbank Rotterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg
Op 23 maart 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een mondelinge beslissing genomen over een verzoek tot voortzetting van een crisismaatregel op basis van artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). Dit verzoek was ingediend door de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam, naar aanleiding van een eerder opgelegde crisismaatregel op 18 maart 2020. De rechtbank heeft de mondelinge behandeling van het verzoek op dezelfde dag gehouden, waarbij verschillende zorgprofessionals, waaronder een psychiater en verpleegkundigen, telefonisch zijn gehoord. De officier was niet aanwezig omdat hij geen nadere toelichting nodig achtte.
De rechtbank heeft de criteria voor het verlenen van een crisismachtiging beoordeeld. Volgens de Wvggz kan een machtiging alleen worden verleend als er onmiddellijk dreigend nadeel is en er een ernstig vermoeden bestaat dat het gedrag van de betrokkene, als gevolg van een psychische stoornis, dit dreigend nadeel veroorzaakt. In dit geval was er sprake van een drugs-geïndiceerde psychose door amfetaminegebruik, maar de psychose was in remissie en er was geen onmiddellijk dreigend ernstig nadeel meer aanwezig. Betrokkene wilde hulp zoeken in een vrijwillig kader.
Op basis van deze overwegingen heeft de rechtbank besloten het verzoek tot voortzetting van de crisismaatregel af te wijzen. De beschikking is op 23 maart 2020 mondeling gegeven door rechter M.W.J. van Elsdingen en op 30 maart 2020 schriftelijk uitgewerkt. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.