ECLI:NL:RBROT:2020:2836
Rechtbank Rotterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Machtiging tot voortzetting van de inbewaringstelling van een cliënt met de ziekte van Alzheimer
Op 23 maart 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven over de voortzetting van de inbewaringstelling van een cliënt met de ziekte van Alzheimer. Het verzoek tot voortzetting is ingediend door het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) op 19 maart 2020. De rechtbank heeft de mondelinge behandeling op dezelfde dag gehouden, waarbij de cliënt en haar advocaat, mr. H.J. Naber, aanwezig waren, evenals de arts J. de Waard van de zorginstelling Rivas.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de burgemeester van de gemeente Houten op 18 maart 2020 een last tot inbewaringstelling heeft afgegeven. De rechter oordeelde dat er sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel voor de cliënt, die niet meer in staat is om voor zichzelf te zorgen. De cliënt vertoont gedrag dat gevaarlijk is voor haarzelf en anderen, zoals het niet kunnen benoemen van haar situatie, het niet meer eten en drinken, en het veroorzaken van gevaarlijke situaties in haar woning.
De rechtbank concludeert dat de voortzetting van de inbewaringstelling noodzakelijk is om het ernstig nadeel te voorkomen. De cliënt heeft tijdens de mondelinge behandeling aangegeven dat zij nog zelfstandig woont, maar de arts heeft verklaard dat haar antwoorden wisselend zijn door desoriëntatie. De rechtbank verleent daarom de machtiging tot voortzetting van de inbewaringstelling tot en met 4 mei 2020. Deze beschikking is mondeling gegeven door rechter M.W.J. van Elsdingen en schriftelijk uitgewerkt op 30 maart 2020. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.