In deze zaak, die diende voor de Rechtbank Rotterdam, heeft de naamloze vennootschap Amlin Insurance SE, gevestigd te Londen, Verenigd Koninkrijk, een vordering ingediend tegen een gedaagde, die niet bij naam is genoemd in het document. De vordering betrof de bewijslevering van de stelling dat de gedaagde brand heeft gesticht in de jachthaven De Koeweide te Wessem op 15 januari 2015, of dat hij iemand anders opdracht heeft gegeven om deze brand te stichten. De rechtbank had eerder, in een tussenvonnis van 4 december 2019, Amlin opgedragen om bewijs te leveren voor deze claims. Amlin heeft echter afgezien van het nemen van een akte en heeft verzocht om vonnis. Hierdoor heeft Amlin niet voldaan aan de bewijsopdracht die door de rechtbank was gegeven.
De rechtbank heeft in haar beoordeling vastgesteld dat Amlin niet in staat is geweest om het gevraagde bewijs te leveren. Gezien het feit dat de vorderingen van Amlin niet zijn onderbouwd met bewijs, heeft de rechtbank besloten om de vorderingen af te wijzen. Daarnaast is Amlin als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten, die zijn berekend op een totaal van € 11.185,--, inclusief salaris voor de advocaat en nakosten. De uitspraak is gedaan op 25 maart 2020 door mr. P.F.G.T. Hofmeijer-Rutten en is ondertekend door de rolrechter mr. C. Bouwman.