ECLI:NL:RBROT:2020:2873
Rechtbank Rotterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Voortzetting van crisismaatregel op verzoek van de officier van justitie op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg
Op 20 maart 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven betreffende de voortzetting van een crisismaatregel op verzoek van de officier van justitie. De officier verzocht om voortzetting van de op 18 maart 2020 opgelegde crisismaatregel, welke was genomen op basis van artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De mondelinge behandeling vond plaats op dezelfde dag, waarbij betrokkene en zijn advocaat telefonisch zijn gehoord, evenals twee artsen verbonden aan Antes. De officier van justitie was niet ter zitting aanwezig.
De rechtbank heeft beoordeeld of aan de criteria voor de crisismachtiging was voldaan. Er was sprake van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel voor betrokkene, die leed aan een ernstige depressie en een passieve doodswens uitte. De rechtbank concludeerde dat de situatie zo ernstig was dat de procedure voor een zorgmachtiging niet kon worden afgewacht. De rechtbank achtte het noodzakelijk om verplichte zorg toe te passen, waaronder het toedienen van medicatie en het beperken van de bewegingsvrijheid.
De rechtbank verleende de machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel, die geldig is tot en met 10 april 2020. Deze beschikking is mondeling gegeven door rechter D.Y.A. van Meersbergen en schriftelijk uitgewerkt door griffier C.W. Wapenaar. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.