ECLI:NL:RBROT:2020:2914

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
16 maart 2020
Publicatiedatum
3 april 2020
Zaaknummer
C/10/592048 / FA RK 20-1203
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorgmachtiging op basis van artikel 7:11 Wvggz met betrekking tot psychische stoornis en verplichte zorg

Op 16 maart 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven inzake een zorgmachtiging op verzoek van de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam. De zaak betreft een betrokkene die lijdt aan een psychotische stoornis met tekenen van vroege remissie. De rechtbank heeft vastgesteld dat het gedrag van de betrokkene, als gevolg van haar psychische stoornis, leidt tot ernstig nadeel, waaronder het risico op ernstige verwaarlozing en agressie van anderen. De betrokkene was eerder opgenomen vanwege een paranoïde psychose en vertoonde zowel fysiek als verbaal agressief gedrag. De rechtbank heeft geoordeeld dat er geen mogelijkheden voor zorg op vrijwillige basis zijn en dat verplichte zorg noodzakelijk is om het ernstig nadeel af te wenden en de geestelijke gezondheid van de betrokkene te stabiliseren.

De rechtbank verleent een zorgmachtiging voor de duur van zes maanden, waarbij het toedienen van medicatie en het beperken van de bewegingsvrijheid voor de duur van twee maanden zijn toegestaan. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de voorgestelde verplichte zorg evenredig en effectief is, en dat er geen minder bezwarende alternatieven zijn. De beschikking is mondeling gegeven door rechter D.Y.A. van Meersbergen en schriftelijk uitgewerkt op 23 maart 2020. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team familie
Zaak-/rekestnummer: C/10/592048 / FA RK 20-1203
Betrokkenenummer: [nummer]
Schriftelijke uitwerking van de mondelinge beslissing van 16 maart 2020 betreffende een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 7:11 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (hierna: Wvggz)
op verzoek van:
de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam, hierna: de officier,
met betrekking tot:
[naam bettrokkene],
geboren op [geboortedatum betrokkene] te [geboorteplaats betrokkene] ,
hierna: betrokkene,
wonende aan de [adres betrokkene] , [woonplaats betrokkene] ,
thans verblijvende in Yulius, locatie de Gantel te Sliedrecht,
advocaat mr. P.C. van Houten te Dordrecht.

1..Procesverloop

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit het verzoekschrift van de officier, ingekomen op 24 februari 2020.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
 de medische verklaring opgesteld door drs. A. van Bodegraven, psychiater, van 20 februari 2020;
 de zorgkaart van 18 februari 2020;
 het zorgplan van 18 februari 2020;
 de bevindingen van de geneesheer-directeur op het zorgplan;
 de gegevens over eerder afgegeven machtigingen op grond van de Wet Bopz en de Wvggz;
 de relevante politiegegevens;
 beslissing inzake redelijke waardering van belangen ter zake als bedoeld in artikel 1:5 lid 1 Wvggz d.d. 20 februari 2020.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 16 maart 2020, in het gebouw van de rechtbank Rotterdam.
Bij die gelegenheid zijn (als maatregel tegen het coronavirus) telefonisch gehoord:
 betrokkene met haar hiervoor genoemde advocaat;
 drs. P. Nazir, psychiater, en M. de Jong, verpleegkundig specialist, beiden verbonden aan Yulius, locatie de Gantel;
 S. Verduin, kleindochter van betrokkene.
1.2.
De officier is ter zitting niet telefonisch gehoord, omdat hij een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig achtte.

2..Beoordeling

2.1.
Criteria zorgmachtiging
2.1.1.
De rechter kan op verzoek van de officier een zorgmachtiging verlenen ten aanzien van de betrokkene wanneer wordt voldaan aan de criteria en de doelen van verplichte zorg als bedoeld in artikel 3:3 en 3:4 Wvggz. Verplichte zorg is zorg die ondanks verzet kan worden verleend.
Wanneer het gedrag van de betrokkene als gevolg van een psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel, kan als uiterste middel verplichte zorg worden verleend, mits er geen mogelijkheden voor zorg op basis van vrijwilligheid zijn, er geen minder bezwarende alternatieven zijn, het verlenen van verplichte zorg evenredig is en redelijkerwijs te verwachten is dat het verlenen van verplichte zorg effectief is.
Verplichte zorg kan worden verleend om ernstig nadeel af te wenden, de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen of de door een psychische stoornis bedreigde of aangetaste fysieke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen.
2.1.2.
Uit de overgelegde stukken en het verhandelde ter zitting blijkt dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, te weten een psychotische stoornis met tekenen van een vroege remissie.
2.1.3.
Het gedrag van betrokkene leidt als gevolg van haar psychische stoornis tot ernstig nadeel, gelegen in het bestaan van of het aanzienlijk risico op ernstige verwaarlozing en het risico dat betrokkene met hinderlijk gedrag agressie van anderen oproept. Betrokkene is met een paranoïde psychose opgenomen nadat zij haar medicatie in de thuissituatie onvoldoende innam. Betrokkene vertoonde op dat moment zowel fysiek als verbaal agressief gedrag. Voorts was er sprake van oordeels- en kritiekstoornissen bij betrokkene. De verpleegkundig specialist ter zitting heeft aangegeven dat het toestandsbeeld bij betrokkene gedurende de opname enigszins is gestabiliseerd. Er bestaan – vanwege het ontbreken van ziektebesef bij betrokkene – echter nog steeds zorgen over het innemen van medicatie in de thuissituatie. Wanneer het toestandsbeeld bij betrokkene voldoende hersteld is, kan er met ambulante begeleiding (Intensive Home Treatment) worden toegewerkt aan een terugkeer naar huis.
2.2.
Verplichte zorg
2.2.1.
Om het ernstig nadeel af te wenden en de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren, heeft betrokkene verplichte zorg nodig.
2.2.2.
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. Om die reden is verplichte zorg nodig. De in het verzoekschrift genoemde vormen van zorg zijn gebaseerd op het zorgplan en het advies van de geneesheer-directeur en bestaat uit:
 het toedienen van medicatie, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, voor de duur van zes maanden;
 het beperken van de bewegingsvrijheid, voor de duur van twee maanden;
 het opnemen in een accommodatie, voor de duur van de twee maanden.
De overige door de officier verzochte vormen van verplichte zorg worden door de rechtbank niet allemaal voor de verzochte duur noodzakelijk geacht, omdat de verpleegkundig specialist ter zitting gemotiveerd heeft verklaard dat deze niet voor de verzochte duur nodig zijn om het ernstig nadeel af te wenden.
2.2.3.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben. De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.2.4.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de (verzochte) duur van zes maanden.

3..Beslissing

De rechtbank:
3.1.
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van [naam bettrokkene] voornoemd;
3.2.
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals opgenomen in rechtsoverweging 2.2.2. kunnen worden getroffen;
3.3.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 16 september 2020.
Deze beschikking is op 16 maart 2020 mondeling gegeven door mr. D.Y.A. van Meersbergen, rechter, in tegenwoordigheid van mr. R. Jelicic, griffier, en op 23 maart 2020 schriftelijk uitgewerkt en getekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.