[verzoekster] verzoekt om bij beschikking, uitvoerbaar bij voorraad:
Primair:
I. het ontslag op staande voet te vernietigen;
II. de Stichting te verplichten [verzoekster] binnen 24 uur na betekening van de beschikking toe te laten tot de overeengekomen werkzaamheden, tot het moment dat de arbeidsovereenkomst tussen partijen rechtsgeldig is geëindigd, onder verbeurte van een dwangsom van € 1.000,- per dag dat de Stichting in gebreke blijft;
III. de Stichting te veroordelen tot betaling van het salaris van [verzoekster] vanaf 22 november 2019 tot het moment dat de arbeidsovereenkomst tussen partijen rechtsgeldig is geëindigd, te vermeerderen met de wettelijke verhoging ex artikel 7:625 BW;
Subsidiair:
IV. de Stichting te veroordelen tot betaling van de transitievergoeding te berekenen volgens de wet;
V. de Stichting te veroordelen tot betaling van de vergoeding wegens onrechtmatige opzegging;
VI. de Stichting te veroordelen tot betaling van een billijke vergoeding van € 25.000,00 bruto;
Meer subsidiair:
VII. voor het geval de arbeidsovereenkomst wel is geëindigd door het ontslag op staande voet de Stichting te veroordelen tot betaling aan [verzoekster] van een transitievergoeding;
Primair en subsidiair/meer subsidiair:
VIII. de Stichting te veroordelen tot betaling aan [verzoekster] van de wettelijke rente vanaf het tijdstop van opeisbaarheid van de hiervoor genoemde bedragen tot aan de dag van algehele voldoening;
IX. de Stichting te veroordelen in de proceskosten.