ECLI:NL:RBROT:2020:3067
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Persoonlijke aansprakelijkheid van bestuurder voor onbetaalde factuur na faillissement van rechtspersoon
In deze zaak heeft eiser zand geleverd aan een besloten vennootschap (B.V.), die de factuur niet heeft betaald. Eiser stelt de bestuurder van de B.V. persoonlijk aansprakelijk voor de onbetaalde factuur. De kantonrechter oordeelt dat er geen ernstig verwijt aan de bestuurder kan worden gemaakt, waardoor er geen sprake is van bestuurdersaansprakelijkheid. De procedure begon met een verstekvonnis van 22 augustus 2019, waarna de bestuurder in verzet is gekomen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de bestuurder tijdig in verzet is gekomen, ondanks een aanvankelijke onjuiste procedurele stap. De rechter benadrukt dat de eiser een vordering had moeten indienen tegen de B.V. en dat het risico van niet-betaling inherent is aan het zaken doen met rechtspersonen. De kantonrechter concludeert dat de bestuurder niet persoonlijk aansprakelijk kan worden gesteld, omdat er geen bewijs is dat hij een ernstig verwijt kan worden gemaakt. Het verstekvonnis wordt vernietigd en de oorspronkelijke vordering van eiser wordt afgewezen. Eiser wordt veroordeeld in de proceskosten van de bestuurder.