In deze zaak, die voor de Rechtbank Rotterdam is behandeld, betreft het een tussenvonnis in een incident over de bevoegdheid van de kantonrechter. Eiseres, Hardeman Isolatie B.V., heeft een vordering ingesteld tegen gedaagde, Lindeloof Services B.V., met betrekking tot een overeenkomst van onderaanneming voor dakrenovatie. De vordering van Hardeman omvat onder andere de betaling van een restant hoofdsom, een beëindigingsvergoeding en buitengerechtelijke incassokosten. Lindeloof heeft in het incident aangevoerd dat de rechtbank zich onbevoegd moet verklaren, omdat volgens haar de algemene voorwaarden van toepassing zijn, waarin een arbitraal beding is opgenomen. Hardeman betwist dit en stelt dat haar eigen algemene voorwaarden van toepassing zijn, waarin geen arbitraal beding is opgenomen. De kantonrechter heeft kennisgenomen van de processtukken en de argumenten van beide partijen. De uitspraak in het incident is gepland voor 2 juni 2020, waarbij Lindeloof de gelegenheid krijgt om een akte in te dienen. De beslissing in de hoofdzaak wordt aangehouden totdat er een eindbeslissing in het incident is genomen.