Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..Het verloop van de procedure
2..De vaststaande feiten
“Toevoeging aan Volmacht (…)Onder protest heb ik toegegeven om in bovengenoemde volmacht op te laten nemen de clausule dat ik de schulden aan Mevr. [gedaagde] (…) en Mevr. [naam] (…) zou betalen. Deze zijn gemaakt door wijlen [echtegenoot eiseres] ver voor mijn huwelijk. We zijn op huwelijkse voorwaarden getrouwd. Alle erfgenamen hebben de nalatenschap beneficiair aanvaard. Aangezien ik 100% eigenaar ben van de woning (zie kadaster) en de heer [kind 1] en mevr. [kind 2] (de kinderen, toevoeging rechtbank) maar recht zouden hebben op 1% van de bezittingen van wijlen [echtegenoot eiseres] . is de eis van 2 x € 4.084,00 niet redelijk en onterecht.Als ik met de eis van [kind 1] en Mevr. [kind 2] niet akkoord zou gaan, wilden zij absoluut niet meewerken aan de verkoop van de woning. (…)”
3..De vordering en het verweer
1. voor recht te verklaren dat [eiseres] niets aan [gedaagde] verschuldigd is;
2. [gedaagde] te veroordelen tot betaling aan [eiseres] van € 4.089,-, te vermeerderen met buitengerechtelijke kosten en wettelijke rente;