ECLI:NL:RBROT:2020:3131

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
6 april 2020
Publicatiedatum
8 april 2020
Zaaknummer
C/10/593580 / FA RK 20-1935
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing van een zorgmachtiging in aansluiting op een crisismachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 6 april 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een zorgmachtiging verleend aan de betrokkene, geboren in Marokko en thans verblijvende in Yulius, locatie De Gantel te Sliedrecht. Dit gebeurde op verzoek van de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam, naar aanleiding van een verzoekschrift dat op 19 maart 2020 was ingediend. De rechtbank heeft de mondelinge behandeling op dezelfde datum gehouden, waarbij de betrokkene en haar advocaat, mr. M.G. Hoogerwerf, aanwezig waren. Ook is S. Deenen, verpleegkundig specialist, gehoord. De officier van justitie was niet ter zitting aanwezig, omdat hij geen nadere toelichting nodig achtte.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, te weten een manisch psychotisch toestandsbeeld, mogelijk in het kader van een bipolaire stoornis. Dit gedrag leidt tot ernstig nadeel, en er zijn geen mogelijkheden voor zorg op vrijwillige basis. De rechtbank heeft de criteria voor verplichte zorg zoals beschreven in de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz) toegepast en geconcludeerd dat verplichte zorg noodzakelijk is om het ernstig nadeel af te wenden en de geestelijke gezondheid van de betrokkene te stabiliseren.

De rechtbank heeft de volgende vormen van verplichte zorg toegewezen: het toedienen van medicatie ter behandeling van de psychische stoornis, het beperken van de bewegingsvrijheid en opname in een accommodatie. De duur van de verplichte zorg is vastgesteld op een maand voor de beperking van bewegingsvrijheid en opname, en zes maanden voor het toedienen van medicatie. De beschikking is op 6 april 2020 mondeling gegeven door rechter J.J. Klomp en op 8 april 2020 schriftelijk uitgewerkt.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team familie
Zaak-/rekestnummer: C/10/593580 / FA RK 20-1935
Betrokkenenummer: [nummer]
Schriftelijke uitwerking van de mondelinge beslissing van 6 april 2020 betreffende een zorgmachtiging in aansluiting op een voortzetting crisismaatregel als bedoeld in artikel 7:11 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (hierna: Wvggz)
op verzoek van:
de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam,hierna: de officier,
met betrekking tot:
[naam betrokkene],
geboren op [geboortedatum betrokkene] te [geboorteplaats betrokkene] , Marokko,
hierna: betrokkene,
wonende aan de [adres betrokkene] , [woonplaats betrokkene] ,
thans verblijvende in Yulius, locatie De Gantel te Sliedrecht,
advocaat mr. M.G. Hoogerwerf te Dordrecht.

1..Procesverloop

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit het verzoekschrift van de officier, ingekomen op 19 maart 2020.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
 de medische verklaring opgesteld door P.E. Brussaard, psychiater, van 13 maart 2020;
 de zorgkaart van 12 maart 2020;
 het zorgplan van 12 maart 2020;
 de bevindingen van de geneesheer-directeur over het zorgplan;
 de gegevens over eerder afgegeven machtigingen op grond van de Wet Bopz en de Wvggz;
 de relevante politiegegevens en/of de strafvorderlijke- en justitiële gegevens.
1.2.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 6 april 2020.
Bij die gelegenheid zijn (conform de Tijdelijke regeling F&J rechtbanken i.v.m. Corona) telefonisch gehoord:
 betrokkene met haar hierboven genoemde advocaat;
 S. Deenen, verpleegkundig specialist, verbonden aan Yulius.
1.3.
De officier is niet ter zitting verschenen, omdat hij een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig achtte.

2..Beoordeling

2.1.
Criteria zorgmachtiging
2.1.1.
De rechter kan op verzoek van de officier een zorgmachtiging verlenen ten aanzien van de betrokkene wanneer wordt voldaan aan de criteria en de doelen van verplichte zorg als bedoeld in artikel 3:3 en 3:4 Wvggz. Verplichte zorg is zorg die ondanks verzet kan worden verleend.
Indien het gedrag van de betrokkene als gevolg van een psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel, kan als uiterste middel verplichte zorg worden verleend, indien er geen mogelijkheden voor zorg op basis van vrijwilligheid zijn, er voor betrokkene geen minder bezwarende alternatieven met het beoogde effect zijn, het verlenen van verplichte zorg gelet op het beoogde doel evenredig is en redelijkerwijs te verwachten is dat het verlenen van verplichte zorg effectief is.
Verplichte zorg kan worden verleend om ernstig nadeel af te wenden, de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of dusdanig te herstellen dat hij zijn autonomie zoveel mogelijk herwint, of de fysieke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen in het geval diens gedrag als gevolg van zijn psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel daarvoor.
2.1.2.
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling blijkt dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, te weten een manisch psychotisch toestandsbeeld, mogelijk in het kader van een bipolaire stoornis. Het gedrag van betrokkene leidt als gevolg van haar psychische stoornis tot ernstig nadeel. Betrokkene weerspreekt dit niet en de rechtbank heeft geen aanleiding voor een ander oordeel.
2.2.
Verplichte zorg
2.2.1.
Om ernstig nadeel af te wenden en de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren, heeft betrokkene verplichte zorg nodig.
2.2.2.
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn.
Uit de medische verklaring blijkt dat betrokkene onvoldoende bereid is om behandeling of zorg op vrijwillige basis te accepteren.
Om die reden is verplichte zorg nodig. De in het verzoekschrift opgenomen vormen van verplichte zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring, het zorgplan en de bevindingen van de geneesheer-directeur. Deze vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling besproken. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
 het toedienen van medicatie ter behandeling van een psychische stoornis;
 het beperken van de bewegingsvrijheid;
 het opnemen in een accommodatie.
Betrokkene bepleit de verplichte zorg in de vorm van beperking van vrijheid en opname in een accommodatie voor verkorte duur te verlenen. De behandelaar van betrokkene geeft aan dat zij naar schatting nog enkele weken nodig heeft om betrokkene voor te bereiden op een terugkeer naar huis. Toewijzen voor de verzochte, langere, duur is daarom niet noodzakelijk. De duur van een maand is voldoende.
Wel is het noodzakelijk dat betrokkene haar medicatie blijft gebruiken, ook wanneer zij thuis is. Daarom wordt verzocht de verplichte zorg in de vorm van toedienen van medicatie voor de verzochte duur van zes maanden toe te wijzen.
Na de toelichting van de behandelaar weerspreekt betrokkene de uiteindelijk voorgestelde zorg niet langer gemotiveerd en de rechtbank heeft geen aanleiding voor een ander oordeel. De vorm verplichte zorg in de vorm van beperking van bewegingsvrijheid en opname in een accommodatie zal worden toegewezen voor de verkorte duur van een maand. De verplichte zorg in de vorm van toedienen van medicatie zal worden toegewezen voor de verzochte duur van zes maanden. De overige door de officier verzochte vormen van verplichte zorg worden door de rechtbank niet noodzakelijk geacht, omdat de noodzakelijkheid daarvan niet (afdoende) is gemotiveerd en de behandelaar tijdens de mondelinge behandeling gemotiveerd heeft verklaard dat deze niet nodig zijn om het ernstig nadeel af te wenden.
2.2.3.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben. De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.2.4.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de verzochte duur van zes maanden.

3..Beslissing

De rechtbank:
3.1.
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van [naam betrokkene] voornoemd;
3.2.
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals opgenomen in rechtsoverweging 2.2.2. kunnen worden getroffen en dus voor de duur van een maand vanaf vandaag:
 het opnemen in een accommodatie;
 het beperken van de bewegingsvrijheid;
en voor de duur van zes maanden vanaf vandaag:
 het toedienen van medicatie ter behandeling van een psychische stoornis.
3.3.
bepaalt dat deze machtiging met inachtneming van wat is vermeld onder 3.2. over de duur van verplichte zorg geldt tot en met 6 oktober 2020.
Deze beschikking is op 6 april 2020 mondeling gegeven door mr. J.J. Klomp, rechter, in tegenwoordigheid van C.D. van der Veeke, griffier, en op 8 april 2020 schriftelijk uitgewerkt en getekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.