ECLI:NL:RBROT:2020:3133
Rechtbank Rotterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Toewijzing van een rechterlijke machtiging tot opname en verblijf op verzoek van het Centrum Indicatiestelling Zorg
Op 6 april 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven inzake een verzoek tot een rechterlijke machtiging tot opname en verblijf van een cliënt, ingediend door het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ). Het verzoekschrift werd op 19 maart 2020 ingediend en de mondelinge behandeling vond plaats op 6 april 2020. Tijdens deze behandeling zijn de cliënt, haar advocaat, en verschillende zorgprofessionals gehoord. De rechtbank beoordeelde of aan de criteria voor het verlenen van een machtiging was voldaan, zoals vastgelegd in de Wet zorg en dwang (Wzd). De rechtbank concludeerde dat de cliënt, die lijdt aan dementie, ernstig nadeel ondervond en dat opname en verblijf noodzakelijk waren om dit nadeel te voorkomen. Ondanks de bereidheid van de cliënt tot vrijwillig verblijf, oordeelde de rechtbank dat er onvoldoende grond was om aan te nemen dat deze bereidheid daadwerkelijk aanwezig was. De rechtbank verleende daarom de machtiging voor een periode van drie maanden, tot en met 6 juli 2020, en stelde dat indien het verzet van de cliënt blijvend afnam, een rechterlijke machtiging niet meer noodzakelijk zou zijn. De beschikking werd mondeling gegeven door rechter J.J. Klomp en schriftelijk uitgewerkt op 8 april 2020.