ECLI:NL:RBROT:2020:3182
Rechtbank Rotterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel op basis van artikel 7:7 Wvggz
Op 20 maart 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven inzake de voortzetting van een crisismaatregel op verzoek van de officier van justitie. De officier verzocht om de voortzetting van de op 16 maart 2020 opgelegde crisismaatregel, waarbij de rechtbank op basis van artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz) moest beoordelen of er sprake was van onmiddellijk dreigend nadeel voor de betrokkene. Tijdens de mondelinge behandeling, die telefonisch plaatsvond vanwege de coronamaatregelen, werd de betrokkene gehoord, maar hij wilde verder niet deelnemen aan de procedure. De rechtbank concludeerde dat er sprake was van een psychotisch toestandsbeeld bij de betrokkene, die geen ziektebesef had en weigerde medicatie in te nemen. Dit leidde tot een ernstig risico op levensgevaar en andere ernstige nadelen. De rechtbank oordeelde dat de crisissituatie zo ernstig was dat de procedure voor een zorgmachtiging niet kon worden afgewacht. De rechtbank verleende daarom de machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel, die een geldigheidsduur had van drie weken. De beschikking werd mondeling gegeven door rechter J.J. Klomp en schriftelijk uitgewerkt door griffier R. Jelicic.