ECLI:NL:RBROT:2020:3265

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
20 maart 2020
Publicatiedatum
10 april 2020
Zaaknummer
C/10/592997 / FA RK 20-1655
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorgmachtiging op verzoek van de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam

Op 20 maart 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een zorgmachtiging verleend op verzoek van de officier van justitie. Dit verzoek was ingediend op 11 maart 2020 en betrof een betrokkene die lijdt aan een psychische stoornis, specifiek een depressieve episode in het kader van een schizoaffectieve stoornis. De rechtbank heeft vastgesteld dat het gedrag van de betrokkene, als gevolg van deze stoornis, leidt tot ernstig nadeel, waaronder het risico op ernstig lichamelijk letsel en verwaarlozing. Tijdens de mondelinge behandeling is de betrokkene, samen met zijn advocaat, gehoord. De officier van justitie was niet aanwezig, omdat hij geen nadere toelichting nodig achtte.

De rechtbank heeft beoordeeld dat er geen mogelijkheden voor zorg op vrijwillige basis zijn en dat verplichte zorg noodzakelijk is. De voorgestelde zorg omvat onder andere het toedienen van voeding en medicatie, het beperken van de bewegingsvrijheid, en het insluiten van de betrokkene. De rechtbank concludeert dat de zorgmachtiging voor de duur van zes maanden kan worden verleend, omdat voldaan is aan de criteria van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De beschikking is mondeling gegeven door rechter J.J. Klomp en schriftelijk uitgewerkt door griffier R. Jelicic.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team familie
Zaak-/rekestnummer: C/10/592997 / FA RK 20-1655
Betrokkenenummer: [nummer]
Schriftelijke uitwerking van de mondelinge beslissing van 20 maart 2020 betreffende een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (hierna: Wvggz)
op verzoek van:
de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam, hierna: de officier,
met betrekking tot:
[naam betrokkene],
geboren op [geboortedatum betrokkene] te [geboorteplaats betrokkene] ,
hierna: betrokkene,
wonende aan de [adres betrokkene] , [woonplaats betrokkene] ,
thans verblijvende in Antes, locatie Zorgboulevard te Rotterdam,
advocaat mr. J.P. Vandervoodt te Rotterdam.

1..Procesverloop

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit het verzoekschrift van de officier, ingekomen op 11 maart 2020.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
 de medische verklaring opgesteld door drs. B. Bakker, psychiater, van 4 maart 2020;
 de zorgkaart van 9 maart 2020 met bijlagen;
 het zorgplan van 9 maart 2020 met bijlagen;
 de bevindingen van de geneesheer-directeur op het zorgplan;
 de gegevens over eerder afgegeven machtigingen op grond van de Wet Bopz en de Wvggz.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 20 maart 2020, in het gebouw van de rechtbank Rotterdam.
Bij die gelegenheid zijn (als maatregel tegen het coronavirus) telefonisch gehoord:
 betrokkene met zijn hierboven genoemde advocaat;
 [naam arts] , arts, verbonden aan Antes, locatie Zorgboulevard.
1.2.
De officier is niet ter zitting verschenen, omdat hij een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig achtte.

2..Beoordeling

2.1.
Criteria zorgmachtiging
2.1.1.
De rechter kan op verzoek van de officier een zorgmachtiging verlenen ten aanzien van de betrokkene wanneer wordt voldaan aan de criteria en de doelen van verplichte zorg als bedoeld in artikel 3:3 en 3:4 Wvggz. Verplichte zorg is zorg die ondanks verzet kan worden verleend.
Wanneer het gedrag van de betrokkene als gevolg van een psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel, kan als uiterste middel verplichte zorg worden verleend, mits er geen mogelijkheden voor zorg op basis van vrijwilligheid zijn, er geen minder bezwarende alternatieven zijn, het verlenen van verplichte zorg evenredig is en redelijkerwijs te verwachten is dat het verlenen van verplichte zorg effectief is.
Verplichte zorg kan worden verleend om ernstig nadeel af te wenden, de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen of de door een psychische stoornis bedreigde of aangetaste fysieke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen.
2.1.2.
Uit de overgelegde stukken en het verhandelde ter zitting blijkt dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, te weten een depressieve episode in het kader van een schizoaffectieve stoornis.
2.1.3.
Het gedrag van betrokkene leidt als gevolg van zijn psychische stoornis tot ernstig nadeel, gelegen in het bestaan van of het aanzienlijk risico op ernstig lichamelijk letsel, ernstige financiële schade en ernstige verwaarlozing of maatschappelijke teloorgang.
2.1.4.
Betrokkene weerspreekt voormelde conclusies niet en de rechtbank heeft geen aanleiding voor een ander oordeel. Tijdens de mondelinge behandeling is meerdere keren besproken dat betrokkene zich nergens schuldig over hoeft te voelen en dat hij zich kan richten op zijn herstel.
2.2.
Verplichte zorg
2.2.1.
Om het ernstig nadeel af te wenden, de geestelijke gezondheid van betrokkene te herstellen en de door de stoornis bedreigde of aangetaste fysieke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen, heeft betrokkene verplichte zorg nodig.
2.2.2.
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. Om die reden is verplichte zorg nodig. De in het verzoekschrift genoemde vormen van zorg zijn gebaseerd op het zorgplan en het advies van de geneesheer-directeur en bestaat uit:
 het toedienen van vocht, voeding en medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
 het beperken van de bewegingsvrijheid;
 het insluiten;
 het uitoefenen van toezicht op betrokkene;
 het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
 het opnemen in een accommodatie.
2.2.3.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben. De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.2.4.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de (verzochte) duur van zes maanden.

3..Beslissing

De rechtbank:
3.1.
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van [naam betrokkene] voornoemd;
3.2.
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals opgenomen in rechtsoverweging 2.2.2. kunnen worden getroffen;
3.3.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 20 september 2020.
Deze beschikking is op 20 maart 2020 mondeling gegeven door mr. J.J. Klomp, rechter, in tegenwoordigheid van mr. R. Jelicic, griffier, en op 20 maart 2020 schriftelijk uitgewerkt en getekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.