Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
[gedaagde] H.O.D.N. [handelsnaam],
1..De procedure
- de dagvaardingen van 3 en 21 juni 2019;
- het productieoverzicht bij dagvaarding, met producties;
- de doorhaling van de zaak tegen Interstream Barging Vegoil B.V.;
- de conclusie van antwoord van Interstream, met producties;
- de conclusie van antwoord van [gedaagde] , met producties;
- de oproepingsbrieven van 23 oktober 2019;
- de brieven met instructies voor de zitting van 22 januari 2020;
- de op 24 januari 2020 ingekomen producties van Cargill;
- het proces-verbaal van de comparitie van 11 februari 2020;
- de brief van de advocaat van [gedaagde] van 26 februari 2020 met opmerkingen over het proces-verbaal;
- de brief van de advocaat van Interstream van 3 maart 2020 met opmerkingen over het proces-verbaal.
2..De feiten
barging agreementgesloten tussen Cargill NL, Cargill GmbH en Cargill België enerzijds en Interstream anderzijds, op grond waarvan Interstream
tank barge servicesleverde aan Cargill. Ingangsdatum van de
barging agreementis 1 november 2017. Artikel 24 getiteld “Barging (pre) conditions” van de
barging agreementbevat – onder meer – de volgende voorwaarden:
barging agreementgeïnstrueerd in verband met het vervoer over binnenwateren van 1.203,261 mt
refined sunflower seed oil(hierna ook: de lading) in bulk van de Amerikahaven te Amsterdam naar Cargill België te Izegem, België.
palmkernel oil, groundnut oilen
crude rapeseed oil.
marine surveyorbij EVH Surveys International B.V. (hierna: EVH) ingeschakeld als expert en heeft Interstream de heer [naam persoon 2] van Van Ameyde Marine ingeschakeld. Door de verzekeraars van [gedaagde] is BMT Belgium N.V. (hierna: BMT) ingeschakeld om de oorzaak van de afwijkende geur te onderzoeken.
3..Het geschil
- een bedrag van € 330.438,23, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag der dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;
- een bedrag van € 22.591,50 aan kosten ter zake de vaststelling van de schade en aansprakelijkheid, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag der dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;
- een bedrag van € 3.427,19 aan buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag der dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;
4..De beoordeling
bevoegdheid en toepasselijk recht
barging agreement. Ingevolge artikel 8 lid 1 Brussel I bis-Vo is deze rechtbank eveneens bevoegd in de zaak tussen Cargill en [gedaagde] , nu er een zo nauwe band bestaat tussen de vorderingen die Cargill tegen Interstream en tegen [gedaagde] instelt dat een goede rechtsbedeling vraagt om gelijktijdige behandeling en berechting van die vorderingen.
barging agreementeen rechtskeuze voor Nederlands recht zijn overeengekomen. In de relatie tussen Cargill en [gedaagde] is ingevolge artikel 29 lid 2 CMNI aanvullend eveneens Nederlands recht van toepassing, nu de vervoerovereenkomst met Nederland de nauwste banden heeft in de zin van artikel 29 lid 3 CMNI.
off spec’ geur te herleiden is tot de [naam vaartuig 1] .
barging agreementvermelde voorwaarden heeft geschonden, alsmede Europese regelgeving. Interstream heeft de onjuiste voorlading doorgegeven aan Cargill. De werkelijk vervoerde voorlading voldoet niet aan de in artikel 24 van de
barging agreementgestelde voorwaarde ‘
food grade’.
barging agreementrust op Cargill de verplichting tot lossing van de lading. De aflevering van de lading heeft op 20 en 21 maart 2018 plaatsgevonden aan boord van het schip. De lading is na analyse (inclusief geurtest) van de daarvan getrokken monsters akkoord bevonden. De lading is vanuit de [naam vaartuig 1] gelost in de landtanks 601, 606 en 617. In alle drie de landtanks bevond zich al product. De lading is vanuit de [naam vaartuig 1] bij het al in de landtanks aanwezige product geladen (waardoor zich in alle landtanks vermenging heeft voorgedaan). Bij de lossing is de lading tegelijkertijd vanuit alle ladingtanks van de [naam vaartuig 1] gelost. Zowel de losleidingen als de stripleidingen van het schip hebben vanaf het begin open gestaan. Aan het eind van de lossing is met behulp van de stripleidingen de laatste lading (hooguit 6000 liter) uit de ladingtanks van de [naam vaartuig 1] gepompt. Cargill heeft de lading zonder bemerkingen of voorbehoud aanvaard. Die aanvaarding levert op grond van artikel 23 lid 1 CMNI het vermoeden op dat de vervoerder de lading in dezelfde staat heeft afgeleverd als waarin deze ten vervoer werd overhandigd.
barging agreementvan toepassing verklaarde artikel 10.7 van haar algemene voorwaarden. Verder beroept Interstream zich voor zover nodig op de ontheffingsgronden van artikel 18 lid 1 sub a CMNI en artikel 9.13 sub a
barging agreement(handelen of nalaten van Cargill).
barging agreement(Himalayaclausule) een beroep doen op de bepalingen van die overeenkomst. Cargill is op grond van artikel 9.12 van de
barging agreementverplicht het schip op eigen risico te lossen. De lading was dus afgeleverd in de zin van artikel 10 lid 2 CMNI aan boord van de [naam vaartuig 1] toen het schip losgereed was. Ten tijde van de gestelde geurcontimatie, bij het ‘strippen’, was de lading al afgeleverd. In artikel 9.12 van de
barging agreementis bepaald dat de handelingen die de bemanning of het schip in het kader van de lossing uitvoert geschieden ‘
on behalf of Cargill, the shipper or consignee’. Subsidiair doet [gedaagde] een beroep beperking van haar aansprakelijkheid op grond van artikel 20 CMNI (2 SDR per kilogram). Voor schade ontstaan nadat de lading uit de [naam vaartuig 1] was gelost is [gedaagde] niet aansprakelijk. Cargill heeft niet gesteld welke handeling en/of nalaten van [gedaagde] zou kunnen worden aangemerkt als onrechtmatige daad. Voorts betwist [gedaagde] de omvang van de gestelde schade.
summaryvan het addendum:
priorto completion, which confirms that a contaminated quantity of oil was discharged from the barge in the final stage of discharge. The oil in shore tanks that had been received earlier (tanks 601 and 606) was found to be in sound condition.”
traceability-onderzoek van Cargill en het monster van de [naam vaartuig 1] volgt dat de contaminant afkomstig is uit de [naam vaartuig 1] en waarschijnlijk werd veroorzaakt door het vuile waswater.
loadcompartment inspection reportis door de inspecteur aangegeven dat de ladingtanks zijn gereinigd met water, dat deze leeg, zuiver, droog en geurloos zijn en dat de ladingtanks zijn goedgekeurd om te laden. Vervolgens zijn de zes ladingtanks van de [naam vaartuig 1] op 18 en 19 maart 2018 beladen (in de volgorde: 5C, 3C, 2C, 4C, 1C en 6C). Bij voltooiing van de belading zijn
running samplesgenomen van alle ladingtanks en zijn de ladingtanks verzegeld.
bland’ (neutraal).
retained samples(pagina 8 EVH-rapport) dat de volgende monsters beschikbaar waren:
- Landtank 617 14/3
- Landtank 617 21/3
- [naam vaartuig 1] 20/3 aankomst
- [naam vaartuig 1] 20/3 na belading
- Landtank 617 23/3 na ontdekking
parties nosed the samples) van de volgende monsters:
- een monster uit landtank 617 na ontvangst van de voorgaande lading zonnebloemolie uit het [naam vaartuig 2] op 14 maart 2018, geen afwijkende geur (
- een monster genomen tijdens de belading van de [naam vaartuig 1] in Amsterdam op 19 maart 2018, geen afwijkende geur;
- een door Schutter goedgekeurd
- een monster genomen uit ladingtank 5C of 6C voor de lossing van de lading uit de [naam vaartuig 1] op 20 maart 2018, aanvankelijk geen afwijkende geur. Aan dit monster is op 12 april 2018 door de gezamenlijke experts geroken. Daarbij is geen afwijkende geur vastgesteld. Expert [naam persoon 1] stelt (in addendum II), hetgeen door expert [naam persoon 2] ter zitting gemotiveerd is betwist, dat nadat de olie op zijn verzoek is verwarmd tot 40 graden Celsius een zeer licht afwijkende geur werd vastgesteld;
- een monster genomen uit landtank 606 na lossing op 20 maart 2018, geen afwijkende geur;
- een monster genomen uit landtank 617 na lossing op 20 maart 2018. Dit monster is aanvankelijk goedgekeurd door Cargill België, maar tijdens een hertest op 12 april 2018 bleek dit monster een afwijkende geur te hebben.
- een monster genomen uit landtank 617
- een monster genomen uit landtank 601
bottom sampleuit landtank 617 is gebleken dat er geen water bij de olie zat. Daarbij is – door Essensor – niet vastgesteld dat de geurafwijking met de geur van het waswater overeenkwam. Ook hebben Interstream en [gedaagde] betwist dat het monster dat voorafgaand aan de lossing uit de [naam vaartuig 1] is genomen, is verwarmd en opnieuw getest in het bijzijn van gezamenlijke experts, nu de expert van Van Ameyde Marine heeft verklaard niet bij een dergelijke test aanwezig te zijn geweest.
barging agreementheeft geschonden door de verkeerde voorlading (
palmkernel oil) door te geven en in strijd met de
barging agreementeen niet-
edibleproduct als voorlading te hebben vervoerd, namelijk
split palm fatty acid distillate. Ook is de overeenkomst geschonden, aldus Cargill, doordat de ladingtanks van het schip niet met schoon waswater zijn gewassen.
split palm fatty acid distillateeen aanvaardbare voorlading is voor Cargill en dat deze voorlading de gestelde geurschade niet heeft veroorzaakt. Hetzelfde geldt voor de stelling dat Interstream de vervoerovereenkomst heeft geschonden doordat de [naam vaartuig 1] niet met schoon water zou zijn gewassen. Niet is vastgesteld dat het nalaten daarvan de gestelde geurschade heeft veroorzaakt. Bovendien heeft Cargill niet toegelicht dat en waarom er een verplichting om de ladingtanks met schoon drinkwater te wassen uit de overeenkomst voortvloeit.
4.804,00(2,0 punten × tarief € 2.402,00)