ECLI:NL:RBROT:2020:3275
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling niet-ontvankelijk verklaard wegens ontbrekende verklaring en gegevens
Op 16 maart 2020 heeft verzoeker een verzoekschrift ingediend tot toepassing van de schuldsaneringsregeling. Dit verzoekschrift was echter niet compleet, aangezien het een met redenen omklede verklaring ontbeerde dat er geen reële mogelijkheden zijn om tot een buitengerechtelijke schuldregeling te komen, zoals vereist door artikel 285, eerste lid, van de Faillissementswet. Daarnaast ontbraken ook de aanvullende gegevens die bij het verzoekschrift horen, waaronder een crediteurenlijst en de oorzaak van de schulden.
Tijdens de beoordeling van de zaak is ambtshalve vastgesteld dat verzoeker op 24 maart 2020 in staat van faillissement is verklaard. Dit heeft geleid tot de conclusie dat verzoeker niet-ontvankelijk moet worden verklaard in zijn verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling. De rechtbank heeft dit vonnis op 8 april 2020 uitgesproken, waarbij de rechter, mr. W.J. Roos-van Toor, aanwezig was.
De rechtbank heeft in haar beslissing benadrukt dat de vereiste documenten en verklaringen essentieel zijn voor de behandeling van een verzoek tot schuldsanering. Het ontbreken van deze documenten leidt er toe dat de rechtbank niet kan oordelen over de mogelijkheden voor schuldsanering, waardoor verzoeker niet in zijn verzoek kan worden ontvangen. Tegen deze uitspraak staat hoger beroep open, dat binnen acht dagen na de uitspraak kan worden ingesteld door een advocaat.