ECLI:NL:RBROT:2020:3275

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
8 april 2020
Publicatiedatum
12 april 2020
Zaaknummer
FT EA 20-413
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling niet-ontvankelijk verklaard wegens ontbrekende verklaring en gegevens

Op 16 maart 2020 heeft verzoeker een verzoekschrift ingediend tot toepassing van de schuldsaneringsregeling. Dit verzoekschrift was echter niet compleet, aangezien het een met redenen omklede verklaring ontbeerde dat er geen reële mogelijkheden zijn om tot een buitengerechtelijke schuldregeling te komen, zoals vereist door artikel 285, eerste lid, van de Faillissementswet. Daarnaast ontbraken ook de aanvullende gegevens die bij het verzoekschrift horen, waaronder een crediteurenlijst en de oorzaak van de schulden.

Tijdens de beoordeling van de zaak is ambtshalve vastgesteld dat verzoeker op 24 maart 2020 in staat van faillissement is verklaard. Dit heeft geleid tot de conclusie dat verzoeker niet-ontvankelijk moet worden verklaard in zijn verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling. De rechtbank heeft dit vonnis op 8 april 2020 uitgesproken, waarbij de rechter, mr. W.J. Roos-van Toor, aanwezig was.

De rechtbank heeft in haar beslissing benadrukt dat de vereiste documenten en verklaringen essentieel zijn voor de behandeling van een verzoek tot schuldsanering. Het ontbreken van deze documenten leidt er toe dat de rechtbank niet kan oordelen over de mogelijkheden voor schuldsanering, waardoor verzoeker niet in zijn verzoek kan worden ontvangen. Tegen deze uitspraak staat hoger beroep open, dat binnen acht dagen na de uitspraak kan worden ingesteld door een advocaat.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team insolventie
verzoek toepassing schuldsaneringsregeling: niet-ontvankelijk
rekestnummer: [nummer] / FT EA 20/413
uitspraakdatum: 8 april 2020
[verzoeker],
wonende te [adres]
,
verzoeker.

1.De procedure

Verzoeker heeft op 16 maart 2020 een verzoekschrift zonder bijlagen ingediend tot toepassing van de schuldsaneringsregeling. De uitspraak is bepaald op heden.

2.De beoordeling

In het verzoekschrift moet worden opgenomen een met redenen omklede verklaring dat er geen reële mogelijkheden zijn om tot een buitengerechtelijke schuldregeling te komen, aldus artikel 285, eerste lid, Faillissementswet.
Bedoelde verklaring ontbreekt in het voorliggende verzoekschrift.
De aanvullende gegevens behorende bij het verzoekschrift ex art. 285 Fw ontbreken eveneens, waaronder een crediteurenlijst en de oorzaak van de schulden. Daarnaast ontbreken ook de bijlagen bij het verzoekschrift zoals genoemd in het procesreglement verzoekschriftprocedures insolventiezaken rechtbanken onder paragraaf 3.1.2.6.
Tevens is ambtshalve gebleken dat verzoeker op 24 maart 2020 in staat van faillissement is verklaard.
Verzoeker zal op grond van het vorenstaande niet-ontvankelijk worden verklaard in zijn verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling.

3.De beslissing

De rechtbank:
- verklaart verzoeker niet-ontvankelijk in zijn verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.J. Roos-van Toor, rechter, en in aanwezigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 8 april 2020. [1]

Voetnoten

1.Tegen deze uitspraak kan degene aan wie de Faillissementswet dat recht toekent, gedurende acht dagen na de dag van deze uitspraak, hoger beroep instellen. Het hoger beroep kan uitsluitend door een advocaat worden ingesteld bij een verzoekschrift, in te dienen ter griffie van het gerechtshof dat van deze zaak kennis moet nemen.