ECLI:NL:RBROT:2020:3287

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
3 april 2020
Publicatiedatum
14 april 2020
Zaaknummer
C/10/593569 / FA RK 20-1928
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing van een zorgmachtiging in aansluiting op een voortzetting crisismaatregel op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 3 april 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven inzake een zorgmachtiging voor een betrokkene, geboren op een onbekende datum en woonachtig op een onbekend adres. Het verzoek tot deze machtiging werd ingediend door de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam op 20 maart 2020. De beschikking is een schriftelijke uitwerking van de mondelinge beslissing van dezelfde datum. De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, namelijk schizofrenie, en dat haar gedrag als gevolg daarvan leidt tot ernstig nadeel, met name voor haar dochter. De betrokkene heeft een geschiedenis van chronische psychotische belevingen en vertoont periodes van decompensatie, waarbij zij zich onttrekt aan zorg en medicatie. De rechtbank heeft geconcludeerd dat verplichte zorg noodzakelijk is om ernstig nadeel af te wenden en de geestelijke gezondheid van de betrokkene te stabiliseren. De rechtbank heeft de zorgmachtiging verleend voor een periode van maximaal vier weken, met de mogelijkheid tot verlenging indien nodig. De beschikking is mondeling gegeven door rechter P. Vrolijk en schriftelijk uitgewerkt door griffier C.D. van der Veeke.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team familie
Zaak-/rekestnummer: C/10/593569 / FA RK 20-1928
Betrokkenenummer: [nummer]
Schriftelijke uitwerking van de mondelinge beslissing van 3 april 2020 betreffende een zorgmachtiging in aansluiting op een voortzetting crisismaatregel als bedoeld in artikel 7:11 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (hierna: Wvggz)
op verzoek van:
de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam,hierna: de officier,
met betrekking tot:
[naam betrokkene],
geboren op [geboortedatum betrokkene] te [geboorteplaats betrokkene] ,
hierna: betrokkene,
wonende aan de [adres betrokkene] , [postcode] te [woonplaats betrokkene] ,
advocaat mr. I. Saey te Rotterdam.

1..Procesverloop

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit het verzoekschrift van de officier, ingekomen op 20 maart 2020.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
 de medische verklaring opgesteld door J.J.B. van der Vlugt, psychiater, van 10 februari 2020;
 de zorgkaart van 20 januari 2020;
 het zorgplan van 20 januari 2020;
 de bevindingen van de geneesheer-directeur over het zorgplan;
 de gegevens over eerder afgegeven machtigingen op grond van de Wet Bopz en de Wvggz.
1.2.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 3 april 2020.
Bij die gelegenheid zijn (conform de Tijdelijke regeling F&J rechtbanken in verband met Corona) telefonisch gehoord:
 betrokkene met haar hierboven genoemde advocaat;
 mevrouw [naam dochter betrokkene] , dochter van betrokkene;
 [naam verpleegkundige] , verpleegkundig specialist, verbonden aan Parnassia Groep.
1.3.
De officier is niet ter zitting verschenen, omdat hij een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig achtte.

2..Beoordeling

2.1.
Criteria zorgmachtiging
2.1.1.
Bij beschikking van deze rechtbank van 3 april 2020, is op grond van artikel 7:7 Wvggz een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel verleend. Tijdig, te weten op 3 april 2020, is onderhavig verzoek ingediend.
2.1.2.
De rechter kan op verzoek van de officier een zorgmachtiging verlenen ten aanzien van de betrokkene wanneer wordt voldaan aan de criteria en de doelen van verplichte zorg als bedoeld in artikel 3:3 en 3:4 Wvggz. Verplichte zorg is zorg die ondanks verzet kan worden verleend.
Indien het gedrag van de betrokkene als gevolg van een psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel, kan als uiterste middel verplichte zorg worden verleend, indien er geen mogelijkheden voor zorg op basis van vrijwilligheid zijn, er voor betrokkene geen minder bezwarende alternatieven met het beoogde effect zijn, het verlenen van verplichte zorg gelet op het beoogde doel evenredig is en redelijkerwijs te verwachten is dat het verlenen van verplichte zorg effectief is.
Verplichte zorg kan worden verleend om ernstig nadeel af te wenden, de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of dusdanig te herstellen dat hij zijn autonomie zoveel mogelijk herwint, of de fysieke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen in het geval diens gedrag als gevolg van zijn psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel daarvoor.
2.1.3.
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling blijkt dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, te weten schizofrenie.
2.1.4.
Het gedrag van betrokkene leidt als gevolg van haar psychische stoornis tot ernstig nadeel, gelegen in het bestaan van of het aanzienlijk risico op het ontstaan van ernstige psychische schade bij de dochter van betrokkene. Betrokkene heeft chronisch psychotische belevingen. Op dit moment is er een relatief stabiel toestandsbeeld. Dat wil zeggen dat de psychotische belevingen nog wel aanwezig zijn, maar niet overheersend. Betrokkene neemt haar depotmedicatie en accepteert ambulante begeleiding. Eens in de zoveel tijd decompenseert betrokkene. Er is dan sprake van fysieke en verbale agressie die zich uit tegen de dochter en kleinkinderen van betrokkene die met haar samenwonen. Zij onttrekt zich dan volledig aan alle vormen van zorg en weigert medicatie inname. Wanneer dit gebeurt is het van belang om betrokkene klinisch opnieuw in te stellen op haar medicatie om daarmee het toestandsbeeld te stabiliseren. In het verleden is gebleken dat dit enkele weken nodig heeft en dat betrokkene weer naar huis kan. Ondanks de korte duur van die opname is opname wel noodzakelijk, daar de thuissituatie op het moment van een decompensatie ernstig nadeel oplevert.
2.2.
Verplichte zorg
2.2.1.
Om ernstig nadeel af te wenden en de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren, heeft betrokkene verplichte zorg nodig.
2.2.2.
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn.
Uit de medische verklaring blijkt dat betrokkene onvoldoende bereid is om behandeling of zorg op vrijwillige basis te accepteren. Op het moment dat het toestandsbeeld van betrokkene stabiel is, accepteert zij haar depotmedicatie en de ambulante begeleiding. Wanneer er echter sprake is van decompensatie onttrekt betrokkene zich aan alle vormen van behandeling en medicatie. Zij heeft dan geen enkel ziektebesef en inzicht meer. Gelet op deze ambivalentie is de rechtbank van oordeel dat zorg op vrijwillige basis niet mogelijk is en verplichte zorg nodig is. De in het verzoekschrift opgenomen vormen van verplichte zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring, het zorgplan en de bevindingen van de geneesheer-directeur. Deze vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling besproken. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
 het toedienen van medicatie, alsmede het verrichten van medische controles ter behandeling van een psychische stoornis;
 het beperken van de bewegingsvrijheid;
 het uitoefenen van toezicht op betrokkene;
 het opnemen in een accommodatie.
Hoewel de officier in het verzoekschrift onder meer heeft verzocht om verplichte zorg in de vorm van beperking van vrijheid en opname in een accommodatie voor de duur van zes maanden, zal de rechtbank voornoemd verzoek toewijzen voor maximaal vier weken binnen de periode van zes maanden. Gebleken is dat het goed gaat met betrokkene en opname is slechts een ultimum remedium in het geval dat het slecht gaat. Dit geeft de behandelaar de mogelijkheid deze zorg in te zetten als het echt nodig is en verplicht hem een andere zorgmachtiging aan te vragen als de vier weken niet toereikend zijn.
2.2.3.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben. De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.2.4.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de verzochte duur van zes maanden.

3..Beslissing

De rechtbank:
3.1.
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van [naam betrokkene] voornoemd;
3.2.
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals opgenomen in rechtsoverweging 2.2.2. kunnen worden getroffen;
3.3.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 3 oktober 2020.
Deze beschikking is op 3 april 2020 mondeling gegeven door mr. P. Vrolijk, rechter, in tegenwoordigheid van C.D. van der Veeke, griffier, en op 8 april 2020 schriftelijk uitgewerkt en getekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.