ECLI:NL:RBROT:2020:3290
Rechtbank Rotterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Toewijzing van een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg
Op 3 april 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven inzake de voortzetting van een crisismaatregel op verzoek van de officier van justitie. De officier verzocht om de voortzetting van de op 1 april 2020 opgelegde crisismaatregel voor een betrokkene, die thans verblijft in Antes GGZ te Poortugaal. De rechtbank heeft de mondelinge behandeling op dezelfde dag gehouden, waarbij de betrokkene en zijn advocaat, mr. D.S. Lösing, zijn gehoord, evenals een arts van Antes GGZ. De officier van justitie was niet aanwezig, omdat hij geen nadere toelichting nodig achtte.
De rechtbank heeft beoordeeld of aan de criteria voor het verlenen van een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel is voldaan, zoals vastgelegd in de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De rechtbank concludeerde dat er sprake was van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel voor de betrokkene, die lijdt aan een psychische stoornis, vermoedelijk schizofrenie. De betrokkene had zijn medicatie gestaakt, wat leidde tot een psychotisch toestandsbeeld en suïcidaliteit. De rechtbank oordeelde dat de situatie zo ernstig was dat de procedure voor een zorgmachtiging niet kon worden afgewacht.
De rechtbank verleende de machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel en bepaalde dat de noodzakelijke vormen van verplichte zorg konden worden getroffen, waaronder het toedienen van medicatie en het beperken van de bewegingsvrijheid. De advocaat van de betrokkene had bezwaar gemaakt tegen het beperken van het recht op bezoek, maar de rechtbank oordeelde dat dit in het belang van de betrokkene was, gezien de omstandigheden van de Coronacrisis. De machtiging geldt tot en met 24 april 2020.