ECLI:NL:RBROT:2020:3332

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
9 april 2020
Publicatiedatum
14 april 2020
Zaaknummer
8131592 \ CV EXPL 19-6932
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van facturen en toewijzing van contractuele rente in geschil tussen Dersimo B.V. en gedaagde

In deze zaak heeft Dersimo B.V. een vordering ingesteld tegen [gedaagde] wegens het niet betalen van facturen voor geleverde pvc-vloerdelen. De kantonrechter te Rotterdam heeft op 9 april 2020 uitspraak gedaan. Dersimo vorderde een bedrag van € 25.000,-, vermeerderd met contractuele rente van 1,5% per maand, en de kosten van beslaglegging. De gedaagde heeft de vordering betwist en stelde dat Dersimo tekort is geschoten in de nakoming van de koopovereenkomst door te late levering van de vloerdelen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de facturen opeisbaar zijn en dat de gedaagde niet heeft aangetoond dat er sprake was van een tekortkoming aan de zijde van Dersimo. De kantonrechter heeft de vordering van Dersimo toegewezen, inclusief de gevorderde rente en beslagkosten. In reconventie heeft de gedaagde een schadevergoeding gevorderd, maar deze vordering is afgewezen omdat de kantonrechter oordeelde dat de beslaglegging niet onrechtmatig was. De gedaagde is veroordeeld in de proceskosten en beslagkosten.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

zaaknummer: 8131592 \ CV EXPL 19-6932
uitspraak: 9 april 2020 (bij vervroeging)
vonnis van de kantonrechter, zitting houdende te Dordrecht,
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Dersimo B.V.,
gevestigd te Maassluis,
eiseres,
gemachtigde: gerechtsdeurwaarder Th.J. Wouters,
tegen
[gedaagde], h.o.d.n. [handelsnaam] ,
wonende te [woonplaats gedaagde] ,
gedaagde,
gemachtigde: mr. G.C. Haulussy.
Partijen worden hierna aangeduid als “Dersimo” en “ [gedaagde] ”.

1..Het verloop van de procedure

1.1.
Het verloop van de procedure volgt uit de volgende processtukken, waarvan de kantonrechter kennis heeft genomen:
  • het exploot van dagvaarding van 16 oktober 2019, met producties;
  • de conclusie van antwoord in conventie en van eis in reconventie, met producties;
  • het vonnis van 16 januari 2020 waarin een mondelinge behandeling is bepaald;
  • de door [gedaagde] bij brief van 5 maart 2020 overgelegde producties tevens vermeerdering van eis;
  • de conclusie van antwoord in reconventie tevens antwoordakte vermeerdering van eis.
1.2.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 16 maart 2020. Namens Dersimo zijn mevrouw [naam persoon 1] (medewerker debiteurenbeheer bij Dersimo) en de heer [naam persoon 2] (vertegenwoordiger bij Dersimo) verschenen, bijgestaan door de gemachtigde mevrouw [naam persoon 3] . [gedaagde] is in persoon ter zitting verschenen, bijgestaan door mr. G.C. Haulussy voornoemd.
1.3.
De kantonrechter heeft de uitspraak van dit vonnis nader bepaald op heden.

2..De vaststaande feiten

2.1.
[gedaagde] heeft bij Dersimo pvc-vloerdelen gekocht. Deze pvc-vloerdelen waren bestemd voor de algemene ruimtes in een bejaardentehuis te Dordrecht dat toebehoort aan Stichting Trivire (hierna: Trivire).
2.2.
In de Algemene verkoop-, leverings- en betalingsvoorwaarden van Dersimo (hierna: de algemene voorwaarden) is, voor zover hier van belang, het volgende opgenomen:
“(…)
VIII. Betaling
(…)
3. Bij niet tijdige betaling is de wederpartij van rechtswege in verzuim. Dan kunnen wij, zonder dat daartoe enige ingebrekestelling is vereist, een rentevergoeding over het verschuldigde bedrag vorderen van 1,5% per maand, te berekenen over het hoogste openstaande bedrag per maand, gerekend vanaf de dag dat betaling van de koopsom of een gedeelte daarvan had moeten plaatsvinden.
4. Indien de wederpartij met betaling in gebreke blijft, treedt het verzuim zonder ingebrekestelling in en zijn wij zonder aanmaning of sommatie tevens gerechtigd alle gerechtelijke en buitengerechtelijke kosten ten laste van de wederpartij te brengen, waaronder begrepen de kosten van aan ons verleende rechtskundige en/of andere deskundige bijstand. De buitengerechtelijke kosten bedragen minimaal 15% van de hoofdsom met een minimum van EUR 125,00 exclusief O.B.
(…)”
2.3.
Dersimo heeft de volgende facturen aan [gedaagde] verzonden met betrekking tot de pvc-vloerdelen:
Factuurdatum
Factuurnummer
Bedrag
29-04-2019
616695
€ 3.036,81
06-05-2019
617024
€ 4.661,14
15-05-2019
617436
€ 4.025,52
21-05-2019
617670
€ 4.731,77
28-05-2019
617991
€ 1.694,97
04-07-2019
619436
€ - 761,62
22-07-2019
620092
€ 9.322,29
07-08-2019
620802
€ 229,90
12-08-2019
620919
€ - 3.115,74
Totaal
€ 23.825,04
2.4.
Op 30 september 2019 heeft [gedaagde] de vloer opgeleverd aan Trivire.
2.5.
Omdat [gedaagde] naliet om de facturen te betalen, heeft Dersimo de rechtbank Rotterdam, locatie Dordrecht, verlof gevraagd tot het leggen van een tweetal conservatoire beslagen. Op 3 oktober 2019 is dit verlof verleend.
2.6.
Op 4 oktober 2019 heeft Dersimo conservatoir derdenbeslag laten leggen onder de ABN AMRO Bank en Trivire.

3..Het geschil in conventie

3.1.
Dersimo vordert om bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, [gedaagde] te veroordelen aan haar te betalen € 25.000,-, te vermeerderen met primair de contractuele rente van 18 % per jaar en subsidiair de wettelijke rente over € 23.825,04, te rekenen vanaf de dag van de dagvaarding tot de dag van algehele voldoening. Tevens vordert Dersimo [gedaagde] te veroordelen in de beslagkosten ten bedrage van € 2.438,21 en in de kosten van de onderhavige procedure.
3.2.
Dersimo legt nakoming van de voor [gedaagde] uit de koopovereenkomst voortvloeiende betalingsverplichtingen aan haar vordering ten grondslag. Dit betreft het hierboven genoemde bedrag van € 23.825,04. Op grond van de algemene voorwaarden maakt Dersimo aanspraak op de buitengerechtelijke incassokosten ten bedrage van € 1.013,25, berekend conform het tarief uit het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten. Op grond van de algemene voorwaarden heeft Dersimo daarnaast recht op 1,5% rente per maand (18% rente per jaar), berekend vanaf 30 dagen na de respectievelijke factuurdata. De rente tot 8 oktober 2019 bedraagt € 1.158,73. Dersimo beperkt haar vordering tot € 25.000,- onder afstanddoening van het meerdere.
3.3.
[gedaagde] concludeert primair om de vordering van Dersimo af te wijzen en subsidiair om alleen de hoofdsom toe te wijzen. [gedaagde] stelt hiertoe dat Dersimo tekort is geschoten in de nakoming van de koopovereenkomst doordat de pvc-vloerdelen niet tijdig geleverd zijn en doordat een deel van de pvc-vloerdelen niet voldeed aan de kwaliteitseisen. Als gevolg hiervan en door de beslaglegging onder Trivire, is [gedaagde] Trivire als opdrachtgever kwijtgeraakt en lijdt hij schade. De beslagkosten zijn onnodig gemaakt, omdat [gedaagde] had toegezegd te zullen betalen nadat Trivire hem betaald zou hebben. De buitengerechtelijke incassokosten moeten worden afgewezen omdat niet is aangetoond dat deze kosten daadwerkelijk door Dersimo zijn gemaakt. De contractuele rente komt niet voor toewijzing in aanmerking, omdat de contractuele rente een kernbeding is waarover niet afzonderlijk is onderhandeld tussen partijen.

4..Het geschil in reconventie

4.1.
[verweerder] vordert in reconventie om bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
te verklaren voor recht dat Dersimo toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van de koopovereenkomst tussen [verweerder] en Dersimo en om Dersimo te veroordelen tot betaling van € 17.407,80, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente dan wel de wettelijke rente hierover vanaf de dag van dagvaarding tot aan die van algehele voldoening;
te verklaren voor recht dat Dersimo onrechtmatig heeft gehandeld jegens [verweerder] door de gelegde conservatoire derdenbeslagen en om Dersimo te veroordelen tot betaling van schadevergoeding nader op te maken bij staat, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente dan wel de wettelijke rente, vanaf de dag van dagvaarding tot aan die van algehele voldoening;
de gelegde conservatoire derdenbeslagen onder de ABN AMRO Bank N.V. en Trivire op te heffen;
Dersimo te veroordelen in de proceskosten.
4.2.
[verweerder] stelt hiertoe dat Dersimo toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van de koopovereenkomst door de pvc-vloerdelen te laat te leveren. Hierdoor heeft [verweerder] project grote vertraging opgelopen en is [verweerder] Trivire als opdrachtgever verloren. De hierdoor geleden en te lijden schade bedraagt € 17.407,80,-. De beslaglegging was onnodig en onrechtmatig om de hierboven al genoemde redenen.
4.3.
Dersimo stelt hiertegenover dat tussen partijen geen fatale leveringstermijn is afgesproken, zodat geen sprake is van tekortschieten of een te late levering. Ook betwist Dersimo dat [verweerder] het project te laat heeft opgeleverd bij Trivire. Dersimo is nooit in gebreke gesteld door [verweerder] . [verweerder] heeft de door hem gestelde schade niet onderbouwd. De beslagleggingen hebben terecht plaatsgevonden, aldus Dersimo.

5..De beoordeling

in conventie:
5.1.
Vaststaat dat Dersimo de bestelde pvc-vloerdelen aan [gedaagde] heeft geleverd en dat [gedaagde] deze heeft ontvangen. Ook staat vast dat ter zake van het deel van de vloerdelen dat niet deugdelijk was, reeds een creditering heeft plaatsgevonden. [gedaagde] heeft de facturen van Dersimo desondanks niet betaald. Nu [gedaagde] de facturen overigens niet inhoudelijk heeft bestreden en deze opeisbaar zijn, komt de gevorderde hoofdsom van € 23.825,04 voor toewijzing in aanmerking. Voor zover [gedaagde] zich erop beroept dat de pvc-vloeren te laat geleverd zijn, doet dit aan zijn betalingsverplichting niets af, nog daargelaten dat Dersimo heeft betwist dat een termijn voor de levering is overeengekomen.
5.2.
Ook de buitengerechtelijke kosten komen voor toewijzing in aanmerking. Dersimo heeft [gedaagde] meerdere keren aangemaand om de facturen te betalen en heeft dus daadwerkelijk buitengerechtelijke incassowerkzaamheden verricht. De buitengerechtelijke kosten zijn verschuldigd op grond van de toepasselijke algemene voorwaarden. De gevorderde kosten zijn ook qua omvang redelijk nu voor de hoogte is aangesloten bij de tarieven van het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten.
5.3.
Ten slotte komt ook de gevorderde contractuele rente voor toewijzing in aanmerking. In de algemene voorwaarden is voor het geval van niet tijdige betaling een contractuele rente van 1,5% per maand overeengekomen. De kantonrechter volgt [gedaagde] niet in zijn stelling dat de contractuele rente een kernbeding is, want een rentebeding is juist opgesteld om in meerdere overeenkomsten te worden opgenomen. [gedaagde] heeft onvoldoende toegelicht waarom dat in dit geval anders zou zijn. Ten overvloede wordt nog overwogen dat partijen al jaren zaken deden met elkaar, zodat [gedaagde] op de hoogte had kunnen zijn van de hoogte van de contractuele rente.
5.4.
Omdat Dersimo haar vordering heeft beperkt tot € 25.000,- zal de kantonrechter [gedaagde] veroordelen om dit bedrag aan Dersimo te betalen. De toekomstige contractuele rente over de hoofdsom wordt ook toegewezen.
5.5.
Voordat wordt beslist over de proceskosten en de beslagkosten in conventie, zal eerst de vordering in reconventie beoordeeld worden.
in reconventie:
5.6.
De gevorderde verklaring voor recht dat Dersimo toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van de koopovereenkomst tussen partijen en de hierop gebaseerde vordering om Dersimo te veroordelen tot betaling van € 17.407,80 ter zake van schadevergoeding, komen beide niet voor toewijzing in aanmerking. Tijdens de mondelinge behandeling heeft [verweerder] verklaard dat het door hem gevorderde schadebedrag is gekoppeld aan het kwijtraken van Trivire als klant door het beslag van Dersimo onder Trivire en dat zijn schade geen verband houdt met de – volgens hem – te late levering van de pvc-vloerdelen noch met de omstandigheid dat een deel van de vloerdelen niet deugdelijk was. Hieruit volgt dat [verweerder] geen belang heeft bij toewijzing van de gevorderde verklaring voor recht en voorts dat Dersimo niet op deze grond kan worden veroordeeld om schadevergoeding aan [verweerder] te betalen.
5.7.
[verweerder] heeft voorts gevorderd voor recht te verklaren dat Dersimo onrechtmatig heeft gehandeld jegens hem door het leggen van de conservatoire derdenbeslagen. Tijdens de mondelinge behandeling heeft [verweerder] gesteld dat zijn schade € 17.407,80 aan omzetverlies bedraagt en dat in de uitspraak dit bedrag moet worden toegewezen in plaats van de gevorderde verwijzing naar de schadestaatprocedure.
5.8.
Dersimo heeft betwist dat [verweerder] Trivire als klant is kwijtgeraakt door de conservatoire beslagen. Dersimo heeft echter ter gelegenheid van de mondelinge behandeling gesteld geen contact meer met Trivire te hebben gehad na het leggen van het beslag, zodat haar betwisting onvoldoende onderbouwd is. De kantonrechter gaat er daarom van uit dat [verweerder] Trivire als opdrachtgever is kwijtgeraakt als gevolg van het onder Trivire gelegde beslag, zodat beoordeeld moet worden of het conservatoire derdenbeslag van Dersimo onnodig of onrechtmatig is geweest. Die vraag beantwoordt de kantonrechter ontkennend. [verweerder] heeft de facturen niet binnen de volgens de algemene voorwaarden geldende betalingstermijnen betaald. Nergens blijkt uit dat partijen in afwijking hiervan met elkaar zijn overeengekomen dat [verweerder] pas zou hoeven betalen als het project klaar was en Trivire hem betaald zou hebben. [verweerder] heeft tijdens de zitting nog gesteld dat tijdens een gesprek bij hem thuis van begin augustus 2019 met Dersimo is afgesproken dat het project bij Trivire half september 2019 zou zijn afgerond, dat hij aansluitend zijn opdrachtgever Trivire zou factureren en dat hij zou betalen na ontvangst van het bedrag vanuit Trivire en dat hij dit alles daarna per e-mail ook bevestigd heeft, maar dit kan [verweerder] niet baten. Daargelaten dat bedoeld mailbericht van 15 augustus 2019 niet aantoont dat Dersimo hiermee akkoord is gegaan, moet in elk geval worden geconstateerd dat [verweerder] ook in de periode na medio september 2019 niet tot betaling is overgegaan. Gelet hierop kan niet geoordeeld worden dat de beslagen op 4 oktober 2019 onnodig of onrechtmatig zijn geweest. Daarmee moeten de gevorderde verklaring voor recht en de gevorderde schadevergoeding worden afgewezen.
5.9.
Omdat de beslagen niet onnodig of onrechtmatig zijn gelegd, is er ook geen aanleiding om deze op te heffen.
in conventie en in reconventie:
5.10.
[gedaagde] wordt als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten in conventie veroordeeld. Ten aanzien van het griffierecht in conventie wordt verwezen naar rechtsoverweging 5.11.
5.11.
Omdat de beslagen niet onnodig of onrechtmatig zijn gelegd, wordt [gedaagde] ook in de beslagkosten veroordeeld ten bedrage van € 1.895,71, bestaande uit € 639,- aan griffierecht, € 695,- aan advocaatkosten conform het liquidatietarief, € 347,61 aan kosten conservatoir beslag, € 75,54 aan overbetekeningskosten en € 138,56 aan overbetekeningskosten aan de derde-beslagenen. Ten overvloede wordt hier overwogen dat het aan Dersimo in rekening gebrachte griffierecht van € 972,- nog zal dienen te worden gecorrigeerd c.q. verminderd met het hierboven vermelde bedrag van € 639,-.
5.12.
[verweerder] is ook in reconventie de in het ongelijk gestelde partij, zodat hij ook in de proceskosten in reconventie wordt veroordeeld.

6..De beslissing

De kantonrechter:
in conventie:
veroordeelt [gedaagde] om aan Dersimo tegen kwijting te betalen € 25.000,-, te vermeerderen met de contractuele rente van 18 % per jaar over € 23.825,04 vanaf 16 oktober 2019 tot de dag van algehele voldoening;
veroordeelt [gedaagde] voorts om de beslagkosten ten bedrage van € 1.895,71 aan Dersimo te betalen;
veroordeelt [gedaagde] ten slotte in de proceskosten, tot aan deze uitspraak aan de zijde van Dersimo vastgesteld op € 421,09 aan verschotten en € 960,- aan salaris voor de gemachtigde;
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad en wijst af het meer of anders gevorderde;
in reconventie:
wijst de vorderingen van [verweerder] af;
veroordeelt [verweerder] in de proceskosten, tot aan deze uitspraak aan de zijde van Dersimo vastgesteld op € 240,- aan salaris voor de gemachtigde.
Dit vonnis is gewezen door mr. P. Joele en uitgesproken ter openbare terechtzitting.
31688