Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..Het verloop van de procedure
- het exploot van dagvaarding van 4 maart 2020, met producties;
- de conclusie van antwoord.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de besloten vennootschap Famed B.V. een vordering ingesteld tegen een gedaagde voor het betalen van een tandartsrekening. De gedaagde heeft op 24 juli 2019 een tandheelkundige behandeling ondergaan bij Dental Care Rotterdam B.V., waarvoor een factuur van € 86,03 is verzonden. Deze vordering is door Dental Care overgedragen aan Famed. Famed heeft de gedaagde bij dagvaarding op 4 maart 2020 verzocht om te betalen, inclusief wettelijke rente en buitengerechtelijke kosten, omdat de gedaagde in gebreke was gebleven met de betaling. De gedaagde heeft de vordering niet betwist, maar heeft wel aangevoerd dat er een betalingsregeling was getroffen en verzocht om matiging van de kosten.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde de verschuldigdheid en hoogte van de vordering heeft erkend. De vordering tot betaling van de hoofdsom van € 86,03 is toegewezen. Daarnaast heeft de kantonrechter de buitengerechtelijke incassokosten van € 40,00 en de vervallen rente van € 0,81 toegewezen, omdat de gedaagde niet binnen de gestelde termijn tot betaling is overgegaan. De verzoeken van de gedaagde om de proceskosten te matigen zijn afgewezen, omdat de gedaagde als in het ongelijk gestelde partij wordt beschouwd. De kantonrechter heeft de gedaagde veroordeeld tot betaling van in totaal € 126,84, vermeerderd met wettelijke rente, en heeft de proceskosten vastgesteld op € 210,85 aan verschotten en € 36,00 aan salaris voor de gemachtigde.