Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..Het verloop van de procedure
- het exploot van dagvaarding van 1 juli 2019, met producties;
- de conclusie van antwoord in conventie en van eis in reconventie, met producties;
- het tussenvonnis van 15 augustus 2019, waarbij een comparitie van partijen is gelast;
- de conclusie van antwoord in reconventie, met producties;
- het proces-verbaal van de op 30 oktober 2019 gehouden comparitie van partijen;
- het proces-verbaal van de op 14 november 2019 gehouden comparitie van partijen;
- de brief van 27 november 2019 aan de zijde van [eiseres 1] , met producties;
- de akte van 30 januari 2020 aan de zijde van [gedaagde] , met producties;
- de akte uitlating producties van 27 februari 2020 aan de zijde van [eiseres 1] .
2..De vaststaande feiten
(…) [naam paard] ging normaal lopend (in stap) zijn stal in, ik heb hem zelf in zijn box gezet. Hij heeft de kozijnen beschadigd en er was een vers gat waar een schroef uit was gekomen. De andere acht kozijnen zijn niet beschadigd dus ondeugdelijk is het ook niet. (…)”.