Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.De procedure
- het verzoekschrift met bijlagen van de man, ingekomen op 4 september 2019;
- het rapport van de raad voor de kinderbescherming Rotterdam-Dordrecht van 9 december 2019;
- de brief met bijlage van de vrouw van 14 oktober 2019;
- het verweerschrift tevens zelfstandig verzoek met bijlagen van de vrouw, ingekomen op 16 januari 2020;
- de brief met bijlagen van de vrouw van 19 maart 2020;
- de brief met pleitnotitie van de vrouw van 24 maart 2020;
- de brief met pleitnotitie van de man van 24 maart 2020.
- de man, bijgestaan door zijn advocaat;
- de vrouw, bijgestaan door haar advocaat;
- de raad voor de kinderbescherming Rotterdam-Dordrecht (hierna: de raad), vertegenwoordigd door [naam vertegenwoordiger] .
2.De vaststaande feiten
3.De beoordeling
en waarbij geldt dat de vrouw er altijd voor zorgt dat de man tijdig beschikt over het juiste telefoonnummer van de minderjarige;
alsmede elk jaar één week tijdens de kerstvakantie (in 2020 tijdens het eerste deel van de kerstvakantie, in 2021 het tweede deel etc.);