Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..[gedaagde 1] ,
[gedaagde 2],
1..De procedure
- de dagvaarding van 16 juli 2019, met producties,
- de conclusie van antwoord in conventie, tevens houdende eis in reconventie, met producties,
- de oproepingsbrief van de rechtbank van 9 oktober 2019,
- het proces-verbaal van comparitie van 16 januari 2020 en de daarin genoemde stukken.
2..De feiten
- De onderneming wordt overgenomen per 01-01-2018 tegen een koopsom van € 1,00
- Partijen spreken af dat bij een gecombineerde Albatros Holland & RCM van € 450.000,- (omzet over 2018) koper een secundaire “bijdrage” zal toevoegen van Euro 20.000,- Partijen spreken vervolgens af dat bij een gecombineerde Albatros Holland & RCM van € 450.000,- (omzet over 2019) koper nogmaals een secundaire “bijdrage” aan verkoper zal toevoegen van Euro 20.000,-
Verkoper zal alle medewerking verlenen aan de verkoop en overdracht van de onderneming en alle hiertoe nog te verrichten handelingen binnen 6 maanden uitvoeren. Binnen deze 6 maanden zal verkoper 8 uur per week bij de onderneming betrokken zijn zonder vergoeding en hiervan minimaal 4 uur per week fysiek aanwezig zijn op de locatie van de vestiging, [adres 1] te Arkel, iedere vrijdag van de week in goed overleg, verkoper is toegestaan gedurende deze periode de titel directeur of manager te voeren zonder hiervoor financiële of algemene bevoegdheid te hebben. Na de eerste 6 maanden komen partijen overeen verkoper in te huren voor een tarief van € 50,00 per uur, hierna zal verkoper zich voor een periode van minimaal 2 jaar in blijven zetten ten behoeve van de onderneming en zich ter beschikking houden voor advies en ondersteuning. (…)”
- Partijen hebben overeenstemming bereikt over de verkoop en levering van de activiteiten, klantenbestand en andere zaken van de onderneming en leggen de bereikte overeenstemming hierbij vast, eerdere afspraken komen hiermee te vervallen.
- De handels activiteiten van de onderneming worden overgenomen per 01-01-2018 tegen een koopsom van € 1,00
- Partijen spreken af dat indien [naam bedrijf 1] een jaaromzet genereerd van € 375.000,- of meer, koper over dat jaar een secundaire “bijdrage" aan verkoper zal toevoegen van Euro 13.333,00 te beginnen over 2018, hiervan zal verkoper een nota indienen vanuit privé ofwel uit een onderneming. Partijen spreken vervolgens af dat de secundaire bijdrage gedurende een periode van 5 jaar (volgens boven gestelde voorwaarden) dit maximaal 3 x zal gebeuren zodat een maximale totaal aan secundaire bijdrage behaald kan worden van totaal euro 40.000,00. De Jaaromzet wordt door [gedaagde 2] middels een Exact administratie afschrift verstrekt. Een aanvraag betreffende informatie jaaromzet kan eveneens gedaan worden bij [naam bedrijf 2] te Gorinchem en zal door [naam persoon] gehonoreerd worden na 30 April van het opvolgende jaar. (…)
Verkoper zal alle medewerking verlenen aan de verkoop en overdracht van de onderneming en alle hiertoe nog te verrichten handelingen binnen 6 maanden uitvoeren. Binnen deze 6 maanden zal verkoper 8 uur per week bij de onderneming betrokken zijn zonder vergoeding en hiervan minimaal 4 uur per week fysiek aanwezig zijn op de locatie van de vestiging, [adres 1] te Arkel, bij voorkeur iedere vrijdag vanaf 10:00 uur of in goed overleg, verkoper is toegestaan gedurende deze periode de titel directeur of manager te voeren zonder hiervoor financiële of algemene bevoegdheid te hebben. Na de eerste 6 maanden komen partijen overeen verkoper in te huren voor een tarief van € 50,00 per uur, hierna zal verkoper zich voor een periode van minimaal 2 jaar in blijven zetten ten behoeve van de onderneming en zich ter beschikking houden voor advies en ondersteuning. (…)”
verrekening Oprijplaat aluminium”.
3..Het geschil
in conventie
primairte verklaren voor recht dat de tussen partijen gesloten overnameovereenkomst ter zake van de minimaal te behalen jaaromzet van € 375.000,00 of meer om tot betaling van de restantovernamesom te komen (partieel) nietig is, wegens het aan de zijde van [eiser 1] ontbreken van een op die bepaling gerichte wil,
4..De beoordeling
indien [naam bedrijf 1] een jaaromzet genereert van € 375.000,- of meer”en dat deze variabele overnamesom gedurende een periode van vijf jaar na de overname maximaal drie keer zal worden uitgekeerd, zodat de maximaal uit te keren variabele overnamesom € 39.999,- bedraagt. [eiser 1] stelt zich op het standpunt dat in weerwil van de tekst van de overnameovereenkomst is bedoeld dat [eiser 1] de variabele overnamesom zou ontvangen voor ieder jaar waarin ofwel [naam bedrijf 1] een omzet van € 150.000,- zou behalen, ofwel de omzet van [naam bedrijf 1] en Albatros Holland tezamen € 375.000,- zou bedragen.
partijen (…) uiteindelijk een overnamesom van € 50.000,-[zijn]
overeengekomen, € 10.000,- is door [gedaagde 1] cash betaald aan [eiser 1]”. Ter zitting heeft [eiser 1] herhaald dat de overeengekomen overnamesom in totaal € 50.000,- betrof. Het moet er daarom voor worden gehouden dat partijen zijn overeengekomen dat [gedaagde 1] c.s. een vaste overnamesom van € 10.001,- heeft betaald aan [eiser 1] voor de overname van [naam bedrijf 1] en dat [eiser 1] daarnaast, afhankelijk van de omzet van [naam bedrijf 1] , een variabele overnamesom zou ontvangen van maximaal € 39.999,-.
helaas niet zo snel[kan]
gaan als je wilt”.[eiser 1] heeft verzuimd toe te lichten waarom het hem niet vrijstond de overnameovereenkomst niet te ondertekenen, zolang hij met de inhoud daarvan niet akkoord was. Voorts geldt dat voor zover [eiser 1] geen ervaring zou hebben met het sluiten van contracten, wat [gedaagde 1] c.s. heeft betwist, dat nog niet meebrengt dat de overnameovereenkomst daarmee vernietigbaar is. [eiser 1] heeft niet gesteld dat, en op welke manier, [gedaagde 1] c.s. misbruik zou hebben gemaakt van deze onervarenheid.
indien [naam bedrijf 1] een jaaromzet genereert van € 375.000,- of meer”. De betaling van de variabele overnamesom is dan ook niet afhankelijk gesteld van het behalen van een bepaalde jaaromzet door Albatros Holland V.O.F., maar door [naam bedrijf 1] . Uit de overgelegde uittreksels uit het handelsregister blijkt dat [eiser 1] de eenmanszaak [naam bedrijf 1] ten tijde van het ondertekenen van de overnameovereenkomst reeds had opgeheven en dat [gedaagde 1] c.s. per 1 januari 2018 [naam bedrijf 1] had opgericht, met [gedaagde 1] c.s. als vennoten. De overnameovereenkomst laat zich dan ook niet anders uitleggen dan dat de secundaire bijdrage afhankelijk is van de jaaromzet van [naam bedrijf 1] Zoals door [gedaagde 1] c.s. is aangevoerd en door [eiser 1] niet is weersproken, zijn [naam bedrijf 1] en Albatros Holland V.O.F. separate ondernemingen en loopt de omzet van de door [gedaagde 1] c.s. van [eiser 1] overgenomen handelsactiviteiten vanaf de overname tot op heden via [naam bedrijf 1] Van het beletten door [gedaagde 1] c.s. van de vervulling van de in de overnameovereenkomst neergelegde opschortende voorwaarde is dan ook geen sprake, zodat de subsidiaire vordering van [eiser 1] zal worden afgewezen.
de plaat weer mee te nemen en een credit nota te sturen”. [eiser 1] stelt weliswaar deze notulen niet te hebben ontvangen, maar heeft niet betwist dat deze bespreking heeft plaatsgevonden, noch dat de notulen een correcte weergave zijn van hetgeen daar is besproken. Gelet hierop heeft [eiser 1] zijn stelling dat [gedaagde 1] c.s. opdracht heeft gegeven voor het bestellen van de rijplaat, onvoldoende onderbouwd. De vordering tot betaling van de factuur met factuurnummer 2018014 voor een bedrag van € 332,75 (inclusief btw) zal daarom worden afgewezen.
Tevens wil ik u er op wijzen dat ik alle werkzaamheden integraal heb uitgevoerd (…), heb ik hier aan tijd gemiddeld 8 uur per week besteed over de periode van januari t/m eind augustus 2018”.Gelet hierop heeft [eiser 1] zijn stelling, dat hij meer dan de overeengekomen acht uur per week voor [naam bedrijf 1] heeft gewerkt, onvoldoende onderbouwd. Aan bewijslevering wordt niet toegekomen.
2.148,00(2,0 punten × tarief € 1.074,00)