In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 7 april 2020 een beschikking gegeven inzake de ondertoezichtstelling en machtiging gesloten jeugdhulp voor de minderjarige [voornaam minderjarige], geboren in 2004. De Raad voor de Kinderbescherming heeft verzocht om de ondertoezichtstelling van de minderjarige voor de duur van twaalf maanden en een machtiging voor gesloten jeugdhulp voor zes maanden. Dit verzoek is gedaan in het kader van ernstige zorgen over de ontwikkeling van de minderjarige, die momenteel verblijft in een gesloten jeugdhulpvoorziening, Schakenbosch.
De kinderrechter heeft vastgesteld dat er ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen zijn die de ontwikkeling van [voornaam minderjarige] ernstig belemmeren. De minderjarige heeft te maken met problemen zoals middelengebruik, impulsiviteit en beïnvloedbaarheid. De kinderrechter heeft partijen telefonisch gehoord, gezien de coronamaatregelen, en is van oordeel dat deze manier van horen voldoende is om tot een goed oordeel te komen.
Na beoordeling van de ingediende stukken en de verklaringen van de betrokken partijen, heeft de kinderrechter besloten om de minderjarige onder toezicht te stellen en de gevraagde machtiging voor gesloten jeugdhulp te verlenen. De kinderrechter achtte het noodzakelijk dat de minderjarige zijn behandeltraject bij Schakenbosch voortzet, met de mogelijkheid om door te stromen naar een open groep indien de ontwikkeling dit toelaat. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en kan door belanghebbenden worden aangevochten binnen de gestelde termijn.