ECLI:NL:RBROT:2020:3545
Rechtbank Rotterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van de voortzetting van een crisismaatregel op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg
Op 19 maart 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven in een zaak betreffende de voortzetting van een crisismaatregel op verzoek van de officier van justitie. De officier had verzocht om de voortzetting van de op 16 maart 2020 opgelegde crisismaatregel, die was genomen op basis van artikel 7:1 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De mondelinge behandeling vond plaats op dezelfde dag, waarbij de cliënt en zijn advocaat, mr. A. van Toorn, aanwezig waren. Ook was psychiater H. Westerkamp van Antes aanwezig om toelichting te geven.
De rechtbank beoordeelde of de voorwaarden voor het verlenen van een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel waren vervuld. Volgens de Wvggz kan een machtiging alleen worden verleend als er onmiddellijk dreigend nadeel is en er een ernstig vermoeden bestaat dat het gedrag van de betrokkene, als gevolg van een psychische stoornis, dit dreigend nadeel veroorzaakt. De psychiater verklaarde dat de betrokkene lijdt aan een stoornis in ernstig alcoholgebruik, maar op het moment van de zitting was er geen sprake van onmiddellijk ernstig dreigend nadeel. De rechtbank concludeerde dat de verplichte zorg niet doelmatig was, omdat de betrokkene aangaf niet meer te willen drinken en in een vrijwillig ambulant kader hulp kon zoeken.
Uiteindelijk heeft de rechtbank het verzoek van de officier van justitie afgewezen. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open. De beschikking is mondeling gegeven door rechter M.W.J. van Elsdingen en schriftelijk uitgewerkt op 27 maart 2020.