ECLI:NL:RBROT:2020:3549

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
19 maart 2020
Publicatiedatum
17 april 2020
Zaaknummer
C/10/592452 / FA RK 20-1392
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing zorgmachtiging na voortzetting crisismaatregel op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 19 maart 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven inzake een zorgmachtiging op verzoek van de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam. Dit verzoek volgde op een eerdere beschikking van 20 februari 2020, waarbij een crisismaatregel was opgelegd op basis van artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De betrokkene, een man met een ernstige alcoholstoornis, was op dat moment opgenomen in de Bouman Kliniek te Rotterdam. Tijdens de mondelinge behandeling op 19 maart 2020 zijn verschillende betrokkenen gehoord, waaronder de betrokkene zelf en zijn advocaat, alsook zorgprofessionals van Antes.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, die leidt tot ernstig nadeel, waaronder levensgevaar en ernstige verwaarlozing. De rechter oordeelde dat er geen mogelijkheden voor vrijwillige zorg waren en dat verplichte zorg noodzakelijk was om het ernstig nadeel af te wenden en de geestelijke gezondheid van de betrokkene te stabiliseren. De rechtbank verleende de zorgmachtiging voor een periode van honderdtachtig dagen, met specifieke maatregelen zoals het beperken van de bewegingsvrijheid en opname in een accommodatie.

De beschikking is mondeling gegeven door rechter M.W.J. van Elsdingen en is op 27 maart 2020 schriftelijk uitgewerkt. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team familie
Zaak-/rekestnummer: C/10/592452 / FA RK 20-1392
Betrokkenenummer: [nummer]
Schriftelijke uitwerking van de mondelinge beslissing van 19 maart 2020 betreffende een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 7:11 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (hierna: Wvggz)
op verzoek van:
de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam,hierna: de officier,
met betrekking tot:
[naam betrokkene],
geboren op een onbekende datum, in [geboorteplaats betrokkene] , Somalië,
hierna: betrokkene,
wonende aan de [adres betrokkene] , [woonplaats betrokkene] ,
thans verblijvende in Antes, Bouman Kliniek te Rotterdam,
advocaat mr. J.P. Vandervoodt te Rotterdam.

1..Procesverloop

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit het verzoekschrift van de officier, ingekomen op 3 maart 2020.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
 de medische verklaring opgesteld door M. Kimenai, psychiater, van 20 februari 2020;
 de zorgkaart van 27 februari 2020;
 het zorgplan van 27 februari 2020;
 de bevindingen van de geneesheer-directeur op het zorgplan;
 de gegevens over eerder afgegeven machtigingen op grond van de Wet Bopz en de Wvggz.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 19 maart 2020. Bij die gelegenheid zijn (conform de Tijdelijke regeling F&J rechtbanken i.v.m. Corona) telefonisch gehoord:
 cliënt met zijn hierboven genoemde advocaat;
 B. Ringelberg, afdelingsarts, verbonden aan Antes;
 A. van Soelen, ambulant behandelaar, stedelijk daklozenteam.
1.2.
De officier is niet ter zitting verschenen, omdat hij een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig achtte.

2..Beoordeling

2.1.
Criteria zorgmachtiging
2.1.1.
Bij beschikking van 20 februari 2020 heeft de rechtbank op de voet van 7:7 Wvggz voortzetting van de crisismaatregel opgelegd. Tijdig, te weten op 3 maart 2020, is vervolgens onderhavig op artikel 7:11 Wvggz gebaseerde verzoek voor een aansluitende zorgmachtiging ingediend.
2.1.2.
De rechter kan op verzoek van de officier een zorgmachtiging verlenen ten aanzien van de betrokkene wanneer wordt voldaan aan de criteria en de doelen van verplichte zorg als bedoeld in artikel 3:3 en 3:4 Wvggz. Verplichte zorg is zorg die ondanks verzet kan worden verleend.
Wanneer het gedrag van de betrokkene als gevolg van een psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel, kan als uiterste middel verplichte zorg worden verleend, mits er geen mogelijkheden voor zorg op basis van vrijwilligheid zijn, er geen minder bezwarende alternatieven zijn, het verlenen van verplichte zorg evenredig is en redelijkerwijs te verwachten is dat het verlenen van verplichte zorg effectief is.
Verplichte zorg kan worden verleend om ernstig nadeel af te wenden, de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen of de door een psychische stoornis bedreigde of aangetaste fysieke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen.
2.1.3.
Uit de overgelegde stukken en het verhandelde ter zitting blijkt dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, te weten een stoornis in ernstig alcoholgebruik.
2.1.4.
Het gedrag van betrokkene leidt als gevolg van zijn psychische stoornis tot ernstig nadeel, gelegen in het bestaan van of het aanzienlijk risico op levensgevaar, ernstig lichamelijk letsel en ernstige verwaarlozing. Betrokkene is aanvankelijk opgenomen met een crisismaatregel nadat hij in beeld kwam met een alcoholpromillage van 3.8. Hij is in korte tijd meerdere keren opgenomen op de SEH en werd daar één keer zelfs comateus binnengebracht. Betrokkene heeft geen ziektebesef en geen ziekte-inzicht. Hij is zorgmijdend. Het vermoeden bestaat dat hij cognitieve schade heeft vanwege het excessieve alcoholgebruik. Hier moet onderzoek naar worden gedaan. Betrokkene heeft meerdere malen aangegeven dat hij van de alcohol af zal blijven. Er is onvoldoende vertrouwen dat hij dit ook werkelijk zal doen en voornoemde gevaren zich meteen weer voordoen. Hij heeft verdere behandeling nodig.
2.2.
Verplichte zorg
2.2.1.
Om het ernstig nadeel af te wenden, de geestelijke gezondheid van betrokkene te herstellen en de door de stoornis bedreigde of aangetaste fysieke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen, heeft betrokkene verplichte zorg nodig.
2.2.2.
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. Om die reden is verplichte zorg nodig. De in het verzoekschrift genoemde vormen van zorg zijn gebaseerd op het zorgplan en het advies van de geneesheer-directeur en bestaat uit:
 het beperken van de bewegingsvrijheid;
 het opnemen in een accommodatie.
2.2.3.
De overige door de officier verzochte vormen van verplichte zorg worden door de rechtbank niet noodzakelijk geacht, omdat de noodzakelijkheid daarvan niet (afdoende) is gemotiveerd en de behandelaar ter zitting gemotiveerd heeft verklaard dat deze niet nodig zijn om het ernstig nadeel af te wenden.
2.2.4.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben. De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.2.5.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de (verzochte) duur van honderdtachtig dagen.

3..Beslissing

De rechtbank:
3.1.
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van [naam betrokkene] voornoemd;
3.2.
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals opgenomen in rechtsoverweging 2.2.2. kunnen worden getroffen;
3.3.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 15 september 2020.
Deze beschikking is op 19 maart 2020 mondeling gegeven door mr. M.W.J. van Elsdingen, rechter, in tegenwoordigheid van H.J. de Wit, griffier, en op 27 maart 2020 schriftelijk uitgewerkt en getekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.