ECLI:NL:RBROT:2020:3563

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
30 maart 2020
Publicatiedatum
17 april 2020
Zaaknummer
C/10/592694 / FA RK 20-1503
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing van een zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 30 maart 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven in een zaak betreffende een zorgmachtiging op verzoek van de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam. Het verzoekschrift van de officier, ingekomen op 6 maart 2020, was gebaseerd op de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De rechtbank heeft de mondelinge behandeling op dezelfde dag gehouden, waarbij verschillende betrokkenen, waaronder de advocaat van de betrokkene en een sociaal pedagogisch hulpverlener, zijn gehoord. De rechtbank heeft geprobeerd telefonisch contact op te nemen met de betrokkene, maar kreeg geen gehoor.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, te weten een psychotische stoornis en een stoornis in het cannabisgebruik. Het gedrag van de betrokkene leidde tot ernstig nadeel, waaronder het risico op ernstige psychische schade en hinderlijk gedrag dat agressie van anderen opriep. De rechtbank oordeelde dat er geen mogelijkheden voor zorg op vrijwillige basis waren en dat verplichte zorg noodzakelijk was om het ernstig nadeel af te wenden en de geestelijke gezondheid van de betrokkene te stabiliseren.

De rechtbank verleende een zorgmachtiging voor de duur van twee maanden, met de mogelijkheid tot ambulante toediening van depotmedicatie en andere medische handelingen. De rechtbank oordeelde dat de voorgestelde verplichte zorg evenredig en effectief was, en dat er geen minder bezwarende alternatieven beschikbaar waren. De beschikking werd mondeling gegeven door rechter L.M. Coenraad en is op 3 april 2020 schriftelijk uitgewerkt.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team familie
Zaak-/rekestnummer: C/10/592694 / FA RK 20-1503
Betrokkenenummer: [nummer]
Schriftelijke uitwerking van de mondelinge beslissing van 30 maart 2020 betreffende een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 7:11 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (hierna: Wvggz)
op verzoek van:
de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam,hierna: de officier,
met betrekking tot:
[naam betrokkene],
geboren op [geboortedatum betrokkene] te [geboorteplaats betrokkene] ,
hierna: betrokkene,
wonende aan de [adres betrokkene] , [woonplaats betrokkene] ,
advocaat mr. S. Lodder te Capelle aan den IJssel.

1..Procesverloop

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit het verzoekschrift van de officier, ingekomen op 6 maart 2020.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
 de medische verklaring opgesteld door R. Hoekstra, psychiater, van 27 februari 2020;
 de zorgkaart van 26 februari 2020;
 het zorgplan van 26 februari 2020;
 de bevindingen van de geneesheer-directeur over het zorgplan.
1.2.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 30 maart 2020. Bij die gelegenheid zijn (conform de Tijdelijke regeling F&J rechtbanken i.v.m. Corona) telefonisch gehoord:
 de hierboven genoemde advocaat van betrokkene;
 G.R. Sassenbach, sociaal pedagogisch hulpverlener, verbonden aan GGZ Antes;
 [naam] , persoonlijk begeleider.
1.3.
De rechtbank heeft tijdens de zitting geprobeerd telefonisch contact op te nemen met betrokkene, maar kreeg geen gehoor.

2..Beoordeling

2.1.
Criteria zorgmachtiging
2.1.1.
Bij beschikking van 18 februari 2020 heeft de rechtbank op voet van 7:7 Wvggz voortzetting van de crisismaatregel opgelegd. Tijdig, te weten 6 maart 2020, is vervolgens onderhavig op artikel 7:11 Wvggz gebaseerde verzoek voor een aansluitende zorgmachtiging ingediend.
2.1.2.
De rechter kan op verzoek van de officier een zorgmachtiging verlenen ten aanzien van de betrokkene wanneer wordt voldaan aan de criteria en de doelen van verplichte zorg als bedoeld in artikel 3:3 en 3:4 Wvggz. Verplichte zorg is zorg die ondanks verzet kan worden verleend.
Indien het gedrag van de betrokkene als gevolg van een psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel, kan als uiterste middel verplichte zorg worden verleend, indien er geen mogelijkheden voor zorg op basis van vrijwilligheid zijn, er voor betrokkene geen minder bezwarende alternatieven met het beoogde effect zijn, het verlenen van verplichte zorg gelet op het beoogde doel evenredig is en redelijkerwijs te verwachten is dat het verlenen van verplichte zorg effectief is.
Verplichte zorg kan worden verleend om ernstig nadeel af te wenden, de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of dusdanig te herstellen dat hij zijn autonomie zoveel mogelijk herwint, of de fysieke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen in het geval diens gedrag als gevolg van zijn psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel daarvoor.
2.1.3.
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling blijkt dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, te weten een psychotische stoornis en een stoornis in het cannabisgebruik.
2.1.4.
Het gedrag van betrokkene leidt als gevolg van zijn psychische stoornis tot ernstig nadeel, gelegen in het bestaan van of het aanzienlijk risico op ernstige psychische schade en de situatie dat betrokkene met hinderlijk gedrag agressie van anderen oproept. Betrokkene is vijf tot zes weken opgenomen geweest bij Antes GGZ. Hij had spullen vernield en was dreigend naar anderen. Ook zei hij een zekere binding met vuur te hebben en had hij de neiging overal een brandblusser te pakken. Op dit moment is betrokkene thuis in zijn begeleid wonen vorm. De persoonlijk begeleider van betrokkene verklaart ter zitting dat betrokkene na terugkomst in de begeleid wonen vorm snel is teruggevallen in het middelengebruik. Dat heeft een directe invloed op zijn gedrag. Hij praat met personen die er niet zijn en doet erg lacherig. Betrokkene krijgt op dit moment depotmedicatie, die hij accepteert omdat hij niet opgenomen wil worden.
2.2.
Verplichte zorg
2.2.1.
Om ernstig nadeel af te wenden, de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren en de geestelijke gezondheid van betrokkene dusdanig te herstellen dat hij zijn autonomie zoveel mogelijk herwint, heeft betrokkene verplichte zorg nodig.
2.2.2.
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn.
Uit de medische verklaring blijkt dat betrokkene onvoldoende bereid is om behandeling of zorg op vrijwillige basis te accepteren.
Om die reden is verplichte zorg nodig. De in het verzoekschrift opgenomen vormen van verplichte zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring, het zorgplan en de bevindingen van de geneesheer-directeur. Deze vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling besproken. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
 het ambulant toedienen van depotmedicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, voor een periode van twee maanden.
De overige door de officier verzochte vormen van verplichte zorg worden door de rechtbank niet noodzakelijk geacht, omdat de noodzakelijkheid daarvan niet (afdoende) is gemotiveerd en de behandelaar tijdens de mondelinge behandeling gemotiveerd heeft verklaard dat deze niet nodig zijn om het ernstig nadeel af te wenden.
2.2.3.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben. De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.2.4.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de kortere duur van twee maanden, aangezien de rechtbank betrokkene niet zelf heeft kunnen horen.

3..Beslissing

De rechtbank:
3.1.
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van [naam betrokkene] voornoemd;
3.2.
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals opgenomen in rechtsoverweging 2.2.2. kunnen worden getroffen;
3.3.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 30 mei 2020.
Deze beschikking is op 30 maart 2020 mondeling gegeven door mr. mr. L.M. Coenraad, rechter, in tegenwoordigheid van H.J. de Wit, griffier, en op 3 april 2020 schriftelijk uitgewerkt en getekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.