ECLI:NL:RBROT:2020:3580

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
8 april 2020
Publicatiedatum
19 april 2020
Zaaknummer
C/10/593724 / FA RK 20-2012
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team familie
Zaak-/rekestnummer: C/10/593724 / FA RK 20-2012
Schriftelijke uitwerking van de mondelinge beslissing van 8 april 2020 betreffende een rechterlijke machtiging tot opname en verblijf als bedoeld in artikel 26 van de Wet zorg en dwang psychogeriatrische en verstandelijk gehandicapte cliënten (hierna: Wzd)
op verzoek van:
het Centrum Indicatiestelling Zorg,hierna: CIZ,
met betrekking tot:
[naam cliënt],
geboren op [geboortedatum cliënt] te [geboorteplaats cliënt] ,
hierna: cliënt,
wonende aan de [adres cliënt] , [postcode] te [woonplaats cliënt] ,
thans verblijvende in Argos Zorggroep, locatie DrieMaasHave te Maassluis,
advocaat mr. D.S. Lösing te Rotterdam.

1..Procesverloop

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit het verzoekschrift van het CIZ, ingekomen op 24 maart 2020.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
  • het indicatiebesluit op grond van artikel 3.2.3 van de Wet langdurige zorg van
  • de medische verklaring, opgesteld en ondertekend door drs. A.J.B. Verkaaik, sociaal geriater, van 2 maart 2020;
  • de aanvraag voor een rechterlijke machtiging van 2 maart 2020;
  • het zorgplan van 25 februari 2020.
1.2.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 8 april 2020. Bij die gelegenheid zijn (conform de Tijdelijke regeling F&J rechtbanken i.v.m. Corona) telefonisch gehoord:
  • cliënt met haar hierboven genoemde advocaat;
  • [naam specialist] , specialist ouderengeneeskunde, verbonden aan Argos Zorggroep;
  • [naam zoon clënt] , zoon van cliënt.
1.3.
Cliënt is tijdens de mondelinge behandeling boos weggelopen, zodat zij de rest van de mondelinge behandeling niet meer heeft bijgewoond. De specialist ouderengeneeskunde verklaart cliënt niet tegen te kunnen houden.

2..Beoordeling

2.1.
De rechter kan op verzoek van het CIZ een rechterlijke machtiging tot opname en verblijf in een geregistreerde accommodatie verlenen als bedoeld in artikel 24 lid 1 Wzd. De machtiging kan slechts worden verleend indien naar het oordeel van de rechter het gedrag van de cliënt als gevolg van haar psychogeriatrische aandoening of verstandelijke handicap, dan wel als gevolg van een daarmee gepaard gaande psychische stoornis of een combinatie daarvan leidt tot ernstig nadeel. Daarnaast zijn de opname en het verblijf noodzakelijk om het nadeel te voorkomen of af te wenden en zijn er geen minder ingrijpende mogelijkheden om het ernstig nadeel te voorkomen of af te wenden.
2.2.
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling is gebleken dat cliënt lijdt aan een psychogeriatrische aandoening, te weten dementie, door multipele oorzaken, waaronder het Korsakovsyndroom, alsmede een borderline persoonlijkheidsstoornis. Hoewel de medische verklaring is opgesteld door een sociaal geriater, is uit de stukken en de mondelinge behandeling gebleken dat de psychiatrische diagnose in het verleden meerdere malen door verschillende psychiaters is vastgesteld.
2.3.
Deze psychogeriatrische aandoening en psychiatrische stoornis leiden tot ernstig nadeel. Het ernstig nadeel is gelegen in het bestaan van of het aanzienlijk risico op ernstig lichamelijk letsel, ernstige verwaarlozing en maatschappelijke teloorgang. Cliënt neemt haar medicatie niet in en houdt zich niet aan de noodzakelijke leefregels (ze heeft diverse lichamelijke problemen, onder andere diabetes). Cliënt heeft necrose aan haar rechter grote teen die, als dit niet goed wordt verzorgd, fatale gevolgen kan hebben.
Door haar gedragsproblematiek is cliënt moeilijk te behandelen, aldus de specialist ouderengeneeskunde. Hij verklaart dat cliënt vaak somber is en een groot gedeelte van de dag op bed ligt. Cliënt heeft geen ziektebesef en -inzicht en heeft permanent toezicht en begeleiding nodig. In het verleden is gebleken dat ze zich in de thuissituatie onttrok aan de noodzakelijke zorg.
2.4.
De opname en het verblijf zijn noodzakelijk en geschikt om het ernstig nadeel te voorkomen of af te wenden.
2.5.
Er zijn geen minder ingrijpende mogelijkheden om het ernstig nadeel te voorkomen of af te wenden.
2.6.
Gebleken is dat cliënt zich verzet tegen de opname en het verblijf. Cliënt geeft tijdens de mondelinge behandeling meerdere malen aan weg te willen uit de accommodatie. De rechtbank stelt vast dat cliënt vanaf 4 maart 2020 zonder juridische titel in de accommodatie verblijft, zodat de vraag rijst in hoeverre cliënt hier vrijwillig zou kunnen verblijven. De specialist ouderengeneeskunde wijst er op dat de reden waarom cliënt er nog is, is dat ze niet weet dat ze vrij was om te gaan. Gelet op het onberekenbare karakter van cliënt, acht hij de kans groot dat cliënt wegloopt, zoals ze in het verleden ook regelmatig heeft gedaan. Gelet hierop is naar het oordeel van de rechtbank geen sprake van vrijwillig verblijf.
2.7.
Op basis van het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat is voldaan aan de criteria voor een rechterlijke machtiging tot opname en verblijf als bedoeld in de Wzd. De machtiging zal worden verleend voor de duur van zes maanden.

3..Beslissing

De rechtbank:
3.1.
verleent een machtiging tot opname en verblijf ten aanzien van [naam cliënt] voornoemd;
3.2.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 8 oktober 2020.
Deze beschikking is op 8 april 2020 mondeling gegeven door mr. M.C. Woudstra, rechter, in tegenwoordigheid van mr. J. Smolders, griffier en op 15 april 2020 schriftelijk uitgewerkt en getekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.