Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..Het verloop van de procedure
- het exploot van dagvaarding van 25 april 2019 met 18 producties;
- de conclusie van antwoord in conventie tevens conclusie van eis in (voorwaardelijke) reconventie van 11 juli 2019 met drie producties;
- het vonnis van 11 juli 2019 waarbij een comparitie van partijen is bepaald;
- de conclusie van antwoord in (voorwaardelijke) reconventie;
- de 3 nadere producties van Hill bij brief van 2 oktober 2019 ter voorbereiding van de comparitie van partijen;
- de 4 nadere producties van Aldi bij brief van 2 oktober 2019 ter voorbereiding van de de comparitie van partijen;
- het proces verbaal van de comparitie van partijen van 9 oktober 2019 met daaraan gehecht de brief van 21 oktober 2019 van de zijde van Hill;
2..De vaststaande feiten
…
Aldi wil de huur per 31-08-2017 beëindigen omdat partijen het niet eens zijn over een beoogde herontwikkeling en huurprijsvermindering tot dat moment. Cliënte wil de lopende onderhandelingen daarover nog wel een kans gunnen, mits uw cliënte instemt met verkorting van de opzegtermijn van een jaar met drie maanden, dus tot negen maanden.
…
Dank voor de duidelijkheid. Het bestaande kavel is simpelweg te klein om tot modernisering te komen en we moeten concluderen dat we op zoek moeten naar een nieuwe locatie. Voor nu is het zaak om tot heldere afspraken te komen over continuïteit van de bestaande winkel.Jullie standpunt ten aanzien van inkorting van de optieperioden is helder. Met navolgende aanscherping wil ik woensdag goedkeuring/mandaat directie aanvragen voor verlenging:- ingangsdatum 1/9/2017- optieperiode ongewijzigd (5 jaar)- jaarhuur per 1 september 2017 € 120.000,--- jaarlijkse indexering (voor het eerst op 1/9/2018, reeks CPI alle huishoudens)
- Aldi heeft niet ingestemd met een redelijk aanbod, terwijl zij op grond van de huurovereenkomst dient mee te werken aan herontwikkeling c.q. renovatie. Aldi wil dat tenminste 1000m² winkelruimte ter beschikking wordt gesteld en die heeft Hill niet en die kan daar niet ontwikkeld worden;
- Hill zal het gehuurde gaan slopen en vervangende nieuwbouw gaan plaatsen;
- Hill heeft zwaarwegende belangen bij beëindiging van de huurovereenkomst en bij afweging van haar belangen tegenover die van Aldi moeten die van Hill zwaarder wegen;
3..Het geschil in conventie
Op de plaats van het gehuurde gaat een ingrijpende herontwikkeling plaatsvinden, welke herontwikkeling noodzakelijk is nu de huidige opstallen zijn verouderd en er dringend behoefte is aan nieuwe woningen in de Rotterdamse wijk Hillegersberg. De noodzaak voor de herontwikkelingsplannen wordt door de gemeente Rotterdam ondersteund en de benodigde vergunningen daarvoor zijn, voor zover nu al mogelijk, verleend.
In het kader van deze herontwikkeling worden alle bestaande opstallen (waaronder het gehuurde) gesloopt en worden eengezinswoningen, grootschalige appartementencomplexen en een winkelplint met daarboven appartementen gerealiseerd.
Zonder beëindiging van de huurovereenkomst is de sloop en vervangende nieuwbouw niet mogelijk. Renovatie van de bestaande ruimte tezamen met de bouw van appartementen kan niet worden gerealiseerd en door de sloop zal het gehuurde geruime tijd niet beschikbaar zijn. Hill is niet gehouden een renovatievoorstel te doen.
In het onderhavige geval is het duidelijk dat het aanbod van winkelruimte in het nieuwe complex niet groter zal kunnen zijn dan 522 m² en Aldi is daarin niet geïnteresseerd.
Hill heeft zich bereid verklaard om de nieuw te ontwikkelen winkelruimte volledig (voor een omvang van 522 m²) aan Aldi te verhuren. Zij heeft dit aanbod gedaan bij brief van 29 maart 2018, in de opzeggingsbrief herhaald en ook telefonisch aangegeven aan Aldi. Aldi heeft daarop nimmer inhoudelijk gereageerd. Aldi wil – zo blijkt uit haar website – enkel ruimtes van 1000m² of meer huren en zij heeft ook aangegeven een dergelijke ruimte in (de directe omgeving) van Hillegersberg te gaan zoeken. Hill heeft geen 1000 m² ter beschikking en dat zou gegeven het perceel dat zij bezit ook niet kunnen.
In het kort komt het erop neer dat er al zeer geruime tijd plannen zijn om herontwikkeling te realiseren. Zelfs al bij en kort na het aangaan van de huurovereenkomst waren er al plannen in die richting. Herontwikkeling wordt door alle betrokkenen, inclusief Aldi, noodzakelijk geacht en wordt gesteund door de gemeente. Hill heeft een duidelijk financieel belang bij de herontwikkeling. Daartegenover heeft Aldi geen zwaarwegend belang, hetgeen alleen al blijkt uit het feit dat zij zelf de huur in 2016 heeft opgezegd en uit haar mededelingen dat zij het gehuurde te klein vindt.
Uit hetgeen Hill heeft aangevoerd blijkt dat zij wil aansluiten bij de ontwikkeling van het naastgelegen terrein (Cossee terrein) door OHG Vastgoed B.V. (hierna OHG). OHG heeft dat Cossee terrein verkregen van Hillegersbergse Passsage B.V. Deze zelfde vennootschap heeft het gehuurde overgedragen aan Hill. Hill is een planontwikkelaar die het gehuurde heeft aangeschaft met het doel herontwikkeling en vervolgens te vervreemden.
Hill heeft ook aangeboden de huurovereenkomst na renovatie voort te zetten, maar slechts voor 522 m² en dat is veel te klein voor de exploitatie van een Aldi supermarkt naar de huidige maatstaven die Aldi thans hanteert (tenminste 1000 m² wvo vloeroppervlak) en ook minder dan de 630 m3 die Aldi nu huurt hetwelk een absolute ondergrens is voor de exploitatie van een supermarkt door Aldi.
Hill heeft nimmer een voldoende concreet aanbod gedaan aan Aldi om opnieuw te gaan huren. De brief van 29 maart 2018 volstaat niet nu daarin enkel is aangegeven dat Aldi in de nieuwe plannen 522 m² kon gaan huren zonder dat een huurprijs is genoemd, of dat is aangeven wat de financiële consequenties zouden zijn en de beschikbaarheid van vervangende huurruimte.
Hill heeft geen enkel aantoonbaar belang in de door haar beoogde herontwikkeling, anders dan herontwikkeling en verkoop.
De belangen van Aldi, te weten, zij exploiteert een winstgevende winkel, welke weliswaar kleiner is dan zij thans landelijk wenst maar dat is beter dan geen winkel en zij kan tot op heden geen geschikte andere locatie vinden voor een nieuwe winkel in de nabije omgeving. Het behoud van de huidige winkel is cruciaal voor haar concurrentiepositie.
4..Het geschil in (voorwaardelijke) reconventie
Hill is voornemens het gehuurde te slopen in het algemeen belang. Dit blijkt uit de door haar gegeven onderbouwing van de noodzaak tot renovatie. Die vindt zijn grondslag – mede – in concreet gemaakt overheidsbeleid.
Hill heeft de eigendom verkregen met het oog op herontwikkeling.
- er moet causaal verband zijn tussen de eigendomsoverdracht en de opzegging;
Aan geen van deze drie vereisten wordt voldaan, laat staan dat aan alle drie de eisen cumulatief is voldaan.
5..De beoordeling
Alleen daardoor staat al in voldoende mate vast dat er over de noodzaak tot herontwikkeling tussen partijen niet veel discussie bestond. Daardoor staat ook thans voldoende vast dat er een economische noodzaak bestaat om te komen tot herontwikkeling, in welk verband ook meespeelt dat het pand niet alleen verouderd is maar ook niet op een zodanig peil kan worden gebracht dat het aan de eisen van deze tijd zal gaan voldoen.
Voor een belangafweging binnen die grond is geen ruimte. De twee andere grondslagen voor de beëindiging behoeven derhalve geen bespreking.
De wetgever heeft met het in dit artikel geformuleerde criterium dat huurbeëindiging plaatsvindt in verband met de omstandigheid dat het gebouwde zal worden afgebroken ‘met het oog op de uitvoering van werken in het algemeen belang’, met name gedacht aan werken waarvoor in de regel ook onteigening kan plaatsvinden. Hoewel de reikwijdte van art. 7:309 te veel zou worden ingeperkt indien zou moeten worden aangenomen dat slechts aan het criterium wordt voldaan indien het uit te voeren nieuwe werk, waarvoor de afbraak plaatsvindt, berust op een of meer op het tot stand brengen van dat nieuwe werk gerichte overheidsbesluiten, zal wel de eis moeten worden gesteld dat het hier bedoelde algemeen belang ten minste uitdrukking heeft gevonden in concreet, openbaar gemaakt overheidsbeleid dat (mede) met de uitvoering van het betrokken nieuwe werk wordt gerealiseerd.
7..De beslissing
donderdag 14 mei 2020 te 14.30 uur.waar partijen hun standpunt n.a.v. r.o. 6.6 kenbaar kunnen maken;