Op 24 maart 2020 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven in de zaak betreffende de verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige, hierna te noemen [voornaam minderjarige]. De zaak vond plaats in het kader van de coronamaatregelen, waardoor de rechtbanken beperkt toegankelijk waren. De kinderrechter heeft de betrokkenen telefonisch gehoord via een conference call. De gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond had verzocht om een machtiging tot uithuisplaatsing van [voornaam minderjarige] in een accommodatie voor jeugdhulpaanbieders, omdat de situatie bij de ouders onhoudbaar was. De ouders waren niet in staat om adequaat met elkaar te communiceren en afspraken te maken over de zorg voor [voornaam minderjarige]. De kinderrechter oordeelde dat de uithuisplaatsing noodzakelijk was voor de verzorging en opvoeding van [voornaam minderjarige]. De machtiging werd verlengd tot 14 juni 2020, met de opdracht om een neutrale plek voor [voornaam minderjarige] te zoeken na de crisisopvang. De beschikking werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard en de ouders kregen de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan tegen deze beslissing.