Op 15 april 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een mondelinge beslissing genomen over een zorgmachtiging op verzoek van de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam. De zaak betreft een betrokkene die lijdt aan een psychische stoornis, specifiek een psychotische ontregeling in het kader van schizofrenie. De rechtbank heeft vastgesteld dat het gedrag van de betrokkene, als gevolg van zijn psychische aandoening, leidt tot ernstig nadeel, waaronder het risico op lichamelijk letsel en maatschappelijke teloorgang. De betrokkene heeft tijdens een recente psychotische episode gevaarlijk gedrag vertoond en is momenteel ambulant behandeld.
De rechtbank heeft de criteria voor verplichte zorg zoals vastgelegd in de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz) beoordeeld. Het verzoek om opname in een accommodatie werd afgewezen, omdat de betrokkene momenteel ambulant wordt behandeld en er geen noodzaak voor opname is aangetoond. De rechtbank heeft echter wel een zorgmachtiging verleend voor een periode van zes maanden, waarbij verplichte zorg kan worden toegepast, zoals het toedienen van medicatie en het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid van de betrokkene. De rechtbank heeft geoordeeld dat er geen minder bezwarende alternatieven zijn en dat de voorgestelde zorg evenredig en effectief is.
De beschikking is op 15 april 2020 mondeling gegeven door rechter D.Y.A. van Meersbergen en op 20 april 2020 schriftelijk uitgewerkt. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.