Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..Het verloop van de procedure
2..De verdere beoordeling
Zij heeft als getuige verklaard dat uit de correspondentie tussen de advocaten blijkt dat [gedaagde] € 2.300,-- aan haar dient betalen, maar aan haar verklaring als partijgetuige komt slechts beperkte betekenis toe. Haar verklaring kan alleen worden gebruikt ter aanvulling van onvolledig bewijs (artikel 164 lid 2 Rv). Het noodzakelijk te achten aanvullende bewijs heeft [eiseres] niet bijgebracht.
in de loop der jaren zijn ontstaan. Zonder nadere toelichting die ontbreekt valt niet in te zien waarom eventuele beschadigingen alleen aan [gedaagde] te wijten zouden zijn. Dit onderdeel van de vordering zal daarom worden afgewezen.
wordt als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten veroordeeld, aan de zijde van [gedaagde] bepaald op € 525,00 (2,5 punten tarief € 210,00). Bij de berekening van het salaris van de gemachtigde worden geen punten toegekend voor de voortzetting van het getuigenverhoor aan de zijde van [eiseres] , omdat de kosten daarvan voor rekening van [gedaagde] moeten blijven. [gedaagde] is immers bij het eerste getuigenverhoor niet verschenen – terwijl de griffier van de rechtbank wel beveiligd vervoer voor hem had aangevraagd – waardoor een andere datum voor het getuigenverhoor moest worden bepaald.
3..De beslissing
: