ECLI:NL:RBROT:2020:3694
Rechtbank Rotterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Voortzetting van crisismaatregel op verzoek van de officier van justitie
Op 1 april 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven inzake de voortzetting van een crisismaatregel op verzoek van de officier van justitie. De officier verzocht om de voortzetting van de op 30 maart 2020 opgelegde crisismaatregel, die was genomen op basis van artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De betrokkene, geboren in Oekraïne en thans verblijvende in een zorginstelling, vertoonde ernstig verstoord gedrag en verkeerde in een psychose, wat leidde tot een onmiddellijk dreigend nadeel voor haarzelf en anderen.
Tijdens de mondelinge behandeling op 1 april 2020 zijn zowel de betrokkene als haar advocaat gehoord, evenals twee psychiaters van de zorginstelling. De rechtbank oordeelde dat er sprake was van een ernstig vermoeden van een psychische stoornis en dat de crisismaatregel noodzakelijk was om het dreigende nadeel te voorkomen. De rechtbank verleende de machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel voor een periode van drie weken, tot en met 22 april 2020.
De rechtbank oordeelde dat de voorgestelde verplichte zorg, waaronder het toedienen van medicatie en het beperken van de bewegingsvrijheid, noodzakelijk was om de veiligheid van de betrokkene en anderen te waarborgen. De advocaat van de betrokkene stelde dat zij naar huis kon voor een vrijwillige behandeling, maar de rechtbank volgde het advies van de behandelaar, die aangaf dat de betrokkene nog niet in staat was om een consistente mening te vormen over haar behandeling. De beschikking werd mondeling gegeven door rechter M.W.J. van Elsdingen en schriftelijk uitgewerkt op 7 april 2020.