ECLI:NL:RBROT:2020:3722

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
1 april 2020
Publicatiedatum
21 april 2020
Zaaknummer
C/10/593375 / FA RK 20-1829
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorgmachtiging in aansluiting op voortzetting crisismaatregel op basis van Wvggz

Op 1 april 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een zorgmachtiging verleend aan de betrokkene, geboren op [geboortedatum betrokkene], die thans verblijft in Antes, locatie Albrandswaardsedijk. Dit gebeurde op verzoek van de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam, naar aanleiding van een verzoekschrift dat op 17 maart 2020 was ingediend. De rechtbank heeft de mondelinge behandeling op dezelfde datum gehouden, waarbij de betrokkene en haar advocaat, mr. J.H.S. Vogel, aanwezig waren. De officier van justitie was niet ter zitting verschenen.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, met symptomen die wijzen op een psychotisch toestandsbeeld in het kader van schizofrenie of een maniforme psychose in het kader van een bipolaire stoornis. Het gedrag van de betrokkene leidde tot ernstig nadeel, waaronder verwaarlozing en maatschappelijke teloorgang. De rechtbank oordeelde dat verplichte zorg noodzakelijk was, omdat er geen mogelijkheden voor zorg op vrijwillige basis waren en de betrokkene onvoldoende bereid was om behandeling te accepteren.

De rechtbank heeft de zorgmachtiging verleend voor de duur van drie maanden, met de mogelijkheid tot het toedienen van medicatie, beperking van de bewegingsvrijheid en opname in een accommodatie. De rechtbank achtte deze maatregelen noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden en verwachtte dat de betrokkene sneller zou herstellen dan aanvankelijk gedacht. De beschikking is mondeling gegeven op 1 april 2020 en schriftelijk uitgewerkt op 7 april 2020. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team familie
Zaak-/rekestnummer: C/10/593375 / FA RK 20-1829
Betrokkenenummer: [nummer]
Schriftelijke uitwerking van de mondelinge beslissing van 1 april 2020 betreffende een zorgmachtiging in aansluiting op een voortzetting crisismaatregel als bedoeld in artikel 7:11 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (hierna: Wvggz)
op verzoek van:
de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam,hierna: de officier,
met betrekking tot:
[naam betrokkene], betrokkene,
geboren op [geboortedatum betrokkene] te [geboorteplaats betrokkene] , [geboorteland betrokkene] ,
wonende aan de [adres betrokkene] , [postcode betrokkene] te [woonplaats betrokkene] ,
thans verblijvende in Antes, locatie Albrandswaardsedijk aan de Albrandswaardsedijk 74, 3172 AA te Poortugaal, gemeente Albrandswaard,
advocaat mr. J.H.S. Vogel te Rotterdam.

1..Procesverloop

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit het verzoekschrift van de officier, ingekomen op 17 maart 2020.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
 de medische verklaring opgesteld door J. Verveer, psychiater, van 10 maart 2020;
 de zorgkaart van 9 maart 2020;
 het zorgplan van 9 maart 2020;
 de bevindingen van de geneesheer-directeur over het zorgplan;
 de gegevens over eerder afgegeven machtigingen op grond van de Wet Bopz en de Wvggz;
 de relevante politiegegevens en/of de strafvorderlijke- en justitiële gegevens.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 1 april 2020.
Bij die gelegenheid zijn (conform de Tijdelijke regeling F&J rechtbanken i.v.m. Corona) telefonisch gehoord:
 betrokkene met haar advocaat en
 drs. [naam psychiater] , psychiater, verbonden aan Antes.
1.2.
De officier is niet ter zitting verschenen, omdat hij een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig achtte.

2..Beoordeling

2.1.
Criteria zorgmachtiging
2.1.1.
Bij beschikking van deze rechtbank van 25 februari 2020, is op grond van artikel 7:7 Wvggz een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel verleend. Tijdig, te weten op 17 maart 2020, is onderhavig verzoek ingediend.
2.1.2.
De rechter kan op verzoek van de officier een zorgmachtiging verlenen ten aanzien van de betrokkene wanneer wordt voldaan aan de criteria en de doelen van verplichte zorg als bedoeld in artikel 3:3 en 3:4 Wvggz. Verplichte zorg is zorg die ondanks verzet kan worden verleend.
Indien het gedrag van de betrokkene als gevolg van een psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel, kan als uiterste middel verplichte zorg worden verleend, indien er geen mogelijkheden voor zorg op basis van vrijwilligheid zijn, er voor betrokkene geen minder bezwarende alternatieven met het beoogde effect zijn, het verlenen van verplichte zorg gelet op het beoogde doel evenredig is en redelijkerwijs te verwachten is dat het verlenen van verplichte zorg effectief is.
Verplichte zorg kan worden verleend om ernstig nadeel af te wenden, de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of dusdanig te herstellen dat hij zijn autonomie zoveel mogelijk herwint, of de fysieke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen in het geval diens gedrag als gevolg van zijn psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel daarvoor.
2.1.3.
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling blijkt dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, te weten een psychotisch toestandsbeeld in het kader van schizofrenie dan wel een maniforme psychose in het kader van een bipolaire stoornis.
2.1.4.
Het gedrag van betrokkene leidt als gevolg van haar psychische stoornis tot ernstig nadeel, gelegen in het bestaan van of het aanzienlijk risico op ernstige verwaarlozing of maatschappelijke teloorgang.
Voor opname praatte betrokkene in zichzelf en tegen haar spiegelbeeld. Zij liep ’s nachts over de galerij van haar woning en belde bij mensen aan. Ze was onrustig, labiel en onvoorspelbaar. Ze kon niet meer werken. Aan het begin van de opname weigerde zij te eten, te drinken en accepteerde zij geen medicatie. Inmiddels eet en drinkt zij weer en accepteert zij rustgevende medicatie. Er is nog niet gestart met antipsychotica. Betrokkene lijkt in gesprek nog steeds afgeleid door dingen in de kamer waar niets is. Daardoor is het beeld nog te grillig om betrokkene naar huis te laten gaan, ondanks haar steunsysteem. Het risico op maatschappelijke teloorgang en verwaarlozing blijft groot omdat zij haar werk kan verliezen en niet in staat is om zich te houden aan de coronamaatregelen.
2.2.
Verplichte zorg
2.2.1.
Om ernstig nadeel af te wenden heeft betrokkene verplichte zorg nodig.
2.2.2.
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn.
Uit de medische verklaring blijkt dat betrokkene onvoldoende bereid is om behandeling of zorg op vrijwillige basis te accepteren. Betrokkene weigerde een lange tijd medicatie en is nu nog ambivalent in haar mening.
Om die reden is verplichte zorg nodig. De in het verzoekschrift opgenomen vormen van verplichte zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring, het zorgplan en de bevindingen van de geneesheer-directeur. Deze vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling besproken. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:
 het toedienen van medicatie;
 het beperken van de bewegingsvrijheid;
 het opnemen in een accommodatie.
De overige door de officier verzochte vormen van verplichte zorg worden door de rechtbank niet noodzakelijk geacht, omdat de noodzakelijkheid daarvan niet (afdoende) is gemotiveerd en de behandelaar tijdens de mondelinge behandeling gemotiveerd heeft verklaard dat deze niet nodig zijn om het ernstig nadeel af te wenden.
2.2.3.
De behandelaar heeft verklaard dat hij verwacht dat betrokkene gezien haar voorgeschiedenis sneller zal herstellen dan in eerste instantie werd gedacht. Behandelaar geeft aan dat een duur van drie maanden genoeg zal zijn om toe te werken naar een ambulante behandeling op vrijwillige basis.
2.2.4.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben. De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.2.5.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de duur van drie maanden.

3..Beslissing

De rechtbank:
3.1.
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van [naam betrokkene] voornoemd;
3.2.
bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals opgenomen in rechtsoverweging 2.2.2. kunnen worden getroffen;
3.3.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 1 juli 2020;
3.4.
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is op 1 april 2020 mondeling gegeven door mr. M.W.J. van Elsdingen, rechter, in tegenwoordigheid van mr. C.W. Wapenaar, griffier, en op 7 april 2020 schriftelijk uitgewerkt en getekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.