ECLI:NL:RBROT:2020:3731

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
20 april 2020
Publicatiedatum
22 april 2020
Zaaknummer
FT RK 20-220
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging faillissementsvonnis en vaststelling curator salaris in insolventiezaken

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 20 april 2020 uitspraak gedaan in een verzetprocedure van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [naam] BOUW- EN AANNEMINGSBEDRIJF B.V. tegen een eerder vonnis van 7 april 2020, waarbij zij in staat van faillissement was verklaard op verzoek van de stichting STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS VOOR DE BOUWNIJVERHEID. De rechtbank ontving het verzoekschrift op 10 april 2020 en heeft op 20 april 2020, na overleg met de partijen en de curator, uitspraak gedaan op basis van de ingediende stukken, zonder mondelinge behandeling. De rechtbank heeft vastgesteld dat het verzet tijdig is ingesteld en dat verzoekster ontvankelijk is in haar verzoek.

De rechtbank heeft op basis van de ingediende berichten van partijen en de curator geconcludeerd dat er geen summierlijke feiten of omstandigheden zijn die aantonen dat verzoekster in de toestand verkeert van te hebben opgehouden te betalen. Daarom heeft de rechtbank het vonnis van 7 april 2020 vernietigd. Tevens heeft de rechtbank het salaris van de curator vastgesteld op € 2.564,49, exclusief omzetbelasting, en de verschotten op € 102,58, eveneens exclusief omzetbelasting, ten laste van verzoekster gebracht.

Tegen deze uitspraak staat hoger beroep open voor degenen aan wie de Faillissementswet dat recht toekent, binnen acht dagen na de uitspraak. Het hoger beroep kan uitsluitend door een advocaat worden ingesteld bij het gerechtshof dat van deze zaak kennis moet nemen.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team insolventie
verzet gegrond
insolventienummer [nummer]
uitspraakdatum: 20 april 2020
Vonnis op het verzoekschrift van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[naam] BOUW- EN AANNEMINGSBEDRIJF B.V.,
[adres, postcode en vestigingsplaats]
,
verzoekster,
advocaat: mr. M.W. Huijzer,
strekkende tot vernietiging van het vonnis van deze rechtbank van
7 april 2020, waarbij zij op verzoek van:
de stichting
STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS VOOR DE BOUWNIJVERHEID,statutair gevestigd te Amsterdam, e.a.,
verweersters,
advocaat: mr. S.K. Tuithof,
in staat van faillissement is verklaard met benoeming van mr. F. Damsteegt-Molier tot rechter-commissaris en met aanstelling van mr. P.A. Visser als curator.

1.De procedure

Het verzoekschrift is op 10 april 2020 ter griffie ontvangen.
Bij bericht van 15 april 2020 heeft de curator zijn bevindingen aan de rechtbank doen toekomen.
Bij e-mailberichten van 20 april 2020 hebben de advocaten van partijen en de curator de rechtbank bericht dat partijen een betalingsregeling hebben getroffen.
Bij e-mailbericht van 20 april 2020 heeft de curator de rechtbank bericht dat verzoekster zekerheid heeft gesteld voor zijn salaris en verschotten.
De rechtbank doet met instemming van partijen en de curator uitspraak op stukken.
De uitspraak is bepaald op heden.

2.De standpunten

Nu het verzet tijdig is ingesteld, is verzoekster ontvankelijk in haar verzoek.
De rechtbank stelt op grond van de berichten van partijen en de curator vast dat niet summierlijk is gebleken van feiten en omstandigheden die aantonen dat verzoekster verkeert in de toestand van te hebben opgehouden te betalen. De rechtbank zal daarom het vonnis van 7 april 2020 vernietigen en het salaris van de curator en de verschotten vaststellen.

3.De beslissing

De rechtbank:
  • vernietigt het vonnis van deze rechtbank van 7 april 2020, waarbij verzoekster in staat van faillissement is verklaard;
  • stelt het salaris van de curator vast op € 2.564,49 (exclusief de daarover verschuldigde omzetbelasting) en brengt dit bedrag ten laste van verzoekster;
- stelt de verschotten vast op € 102,58 (exclusief de daarover verschuldigde omzetbelasting) en brengt dit bedrag ten laste van verzoekster.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.J. Roos-van Toor, rechter, en in aanwezigheid van
mr. M. Mouthaan, griffier, in het openbaar uitgesproken op 20 april 2020. [1]
De griffier is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.Tegen deze uitspraak kan degene aan wie de Faillissementswet dat recht toekent, gedurende acht dagen na de dag van deze uitspraak, hoger beroep instellen. Het hoger beroep kan uitsluitend door een advocaat worden ingesteld bij een verzoekschrift, in te dienen ter griffie van het gerechtshof dat van deze zaak kennis moet nemen.