Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..Procesverloop
2..Beoordeling
Anders dan de raadsvrouw heeft bepleit is comorbiditeit geen vereiste voor toepassing van deze wet.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 7 april 2020 een beschikking gegeven met betrekking tot de voortzetting van een crisismaatregel op verzoek van de officier van justitie. De betrokkene, een zwangere vrouw zonder bekende woon- of verblijfplaats, verblijft op dat moment in het Erasmus Medisch Centrum te Rotterdam. De rechtbank oordeelt dat er sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel voor de ongeboren tweeling van de betrokkene, die risico loopt door het gebruik van harddrugs tijdens de zwangerschap. De betrokkene heeft zich gedurende haar zwangerschap meerdere keren onttrokken aan hulpverlening en medische controles, wat de situatie verergert.
De rechtbank overweegt dat de betrokkene lijdt aan een psychische stoornis in de vorm van een verslaving, die haar in zijn greep houdt en ernstige schade voor haar en haar ongeboren kinderen dreigt te veroorzaken. De rechtbank concludeert dat de crisissituatie zo ernstig is dat de procedure voor een zorgmachtiging niet kan worden afgewacht. De advocaat van de betrokkene heeft betoogd dat de situatie niet actueel is, omdat de betrokkene in het ziekenhuis verblijft, maar de rechtbank stelt vast dat het risico bestaat dat de betrokkene het ziekenhuis verlaat voordat zij bevalt.
De rechtbank verleent daarom een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel, waarbij verplichte zorg wordt opgelegd, waaronder medische controles, beperking van de bewegingsvrijheid en toezicht. De machtiging geldt tot en met 28 april 2020. De beschikking is mondeling gegeven door rechter mr. B.E. Dijkers en schriftelijk uitgewerkt op 15 april 2020. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.