ECLI:NL:RBROT:2020:3818
Rechtbank Rotterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Afwijzing zorgmachtiging op grond van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg
Op 7 april 2020 heeft de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven in een zaak betreffende een zorgmachtiging op grond van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). Het verzoek tot voortzetting van de crisismaatregel werd ingediend door de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam. De mondelinge behandeling vond plaats op dezelfde dag, waarbij betrokkene, zijn advocaat mr. R.L.I. Jansen, en twee medisch specialisten van Yulius, drs. H.S. Chung en drs. K. Mahadew, telefonisch werden gehoord. De officier van justitie was niet aanwezig, omdat hij geen nadere toelichting op het verzoek nodig achtte.
De rechtbank beoordeelde of aan de criteria voor een crisismachtiging was voldaan. Volgens artikel 7:7 Wvggz kan de rechter een machtiging verlenen indien er onmiddellijk dreigend nadeel is en er een ernstig vermoeden bestaat dat het gedrag van betrokkene, als gevolg van een psychische stoornis, dit dreigend nadeel veroorzaakt. In dit geval was er sprake van suïcidegevaar, veroorzaakt door een depressie en een autismespectrumstoornis. Betrokkene had suïcidale gedachten, maar zijn situatie was verbeterd en hij stemde in met een verblijf op de open afdeling van Yulius.
De rechtbank concludeerde dat er geen verzet was tegen de zorg, waardoor het verzoek tot zorgmachtiging werd afgewezen. De beschikking werd mondeling gegeven door mr. B.E. Dijkers en op 9 april 2020 schriftelijk uitgewerkt. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.